De export van versproducten heeft de aandacht van het ministerie LNV. Op aandringen van een tweetal Kamerleden die het ministerie verzocht zich er in Europa maximaal voor in te zetten dat versproducten ook na de Brexit met zo min mogelijk vertraging geëxporteerd kunnen worden, antwoordt de minister: "Op 10 september jl. bracht de Raadswerkgroep artikel 50 een bezoek aan de haven van Rotterdam. Deze bezoeken maken inzichtelijk welke mate van frictieloze handel mogelijk is binnen de huidige kaders. Deze formele en informele contacten zal het kabinet de komende maanden onverminderd voortzetten en waar nodig intensiveren. Daarnaast kijk ik in een bredere context bijvoorbeeld hoe de implementatie van DGAN-ELVV / 18233458 de Officiële Controle Verordening bij kan dragen aan een zo’n soepel mogelijke import en export van versproducten met zo weinig mogelijke vertragingen."
De Europese Commissie heeft al meerdere malen werkbezoeken gebracht aan Schiphol en de ferryhavens om zich ter plekke te laten informeren over de logistieke problemen die kunnen ontstaan bij de export (en import) van goederen naar (uit) het VK, en van versproducten in het bijzonder.
De zogeheten «rode lijnen» van het VK – geen douane-unie, geen interne markt, geen rechtsmacht van het Hof van Justitie, geen bijdragen aan het EU-budget - beperken vooralsnog echter sterk de opties voor een ambitieus handelsakkoord en daarmee het behoud van soepele markttoegang. De mate waarin versproducten ook na de Brexit met zo min mogelijk vertraging geëxporteerd kunnen worden naar het VK is mede afhankelijk van in hoeverre het VK bereid is te bewegen op zijn rode lijnen.