Samenwerking in de keten
PLUS hecht veel waarde aan het leveren van goede kwaliteitsproducten en heeft zorg voor de gezondheid van haar klanten. Samen met alle partijen in de keten werkt PLUS samen aan een compleet assortiment kwalitatief goede èn lekkere producten. Uit de residu-analyse komt naar voren dat op 57 procent van groente- en fruitwaren resten van gewasbeschrmingsmiddelen zaten. Geen enkel monster overschreed de gezondheidsnormen. Hiermee is PLUS de schoonste supermarkt. Martin Pietersma, senior category manager AGF van PLUS: “We zijn blij met deze erkenning, die het resultaat is van de samenwerking tussen alle partijen in de keten. Samen met onze telers blijven we de kwaliteit van onze groenten en fruit continue scherp in de gaten houden en deze waar mogelijk verder verbeteren.”Genomen maatregelen
PLUS heeft haar residubeleid in 2009 aangescherpt en stelt, naast de gestelde wettelijke norm, een norm van 70% van deze norm voor haar leveranciers. Met deze strengere regel benadrukt PLUS het belang van zo laag mogelijke residuniveaus op haar groenten en fruit. Daarnaast is PLUS continue in gesprek met haar telers om producten nog verantwoordelijker te produceren. Verantwoord ondernemen staat bij PLUS namelijk hoog in het vaandel. Verder heeft PLUS cocktail trostomaten in haar assortiment opgenomen met een ‘Weet wat je eet’-sticker, een initiatief van Natuur en Milieu. Dit product is met zekerheid residuvrij te noemen. Deze maatregelen blijken nu succesvol te zijn. Uit de metingen van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit blijkt dat PLUS sinds september 2009 altijd onder de wettelijke norm is gebleven en er geen acute gezondheidsrisico's zijn geweest.Door Milieudefensie is de retailer onlangs voor het zesde jaar op rij uitgeroepen tot ‘Beste biologische supermarkt’. Als het gaat om Fairtrade producten, heeft PLUS afgelopen jaar een enorme inhaalslag gemaakt. Het Fairtrade aanbod van PLUS nam toe met 80 procent en daarmee eindigt PLUS op de tweede plaats in de ranking. Eerder dit jaar won PLUS de NIMA AWARD 2011 in de categorie Duurzaam Ondernemen.
De ‘Weet wat je eet’-organisaties publiceren sinds 2006 de Gifmeter. Deze jaarlijkse ranglijst is gebaseerd op resultaten van landelijke risico gestuurde steekproeven van inspecteurs van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
Albert Heijn zet vraagtekens bij Gifmeter
De Gifmeter van Weet Wat je Eet is volgens Albert Heijn geen goede graadmeter. De resultaten van dit onderzoek geven te denken laat woordvoerder van AH, Anoesjka Aspeslagh weten in een reactie aan de Levensmiddelenkrant.In de Gifwijzer kwam de marktleider als slechtste uit de bus met de meeste bespoten groenten en fruit. De wijze waarop Weet Wat je Eet residuen beoordeelt wijkt volgens AH af van de zienswijze van nVWA. “Naast de toetsing op de maximale residu limiet kijkt Weet Wat je Eet naar het aantal verschillende residuen per monster en de ARfD. De laatste jaren is de ranking van de supermarkten in de Weet Wat je Eet analyse telkens anders. Dat geeft te denken: het laat zien dat de situatie en de ranking geen gevolg lijken te zijn van een specifieke beheersingsstrategie, maar meer een toevalstreffer”, zegt Aspeslagh. Om de reactie verder te onderbouwen wijst Aspeslagh op de resultaten van nVWA: “Uit onderzoek van de nVWA blijkt dat er geen duidelijke verschillen bestaan tussen de verschillende winkelketens. Het Voedingscentrum geeft op hun website bovendien aan dat restjes van bestrijdingsmiddelen in groente en fruit in Nederlandse winkels geen serieus gevaar vormen voor de volksgezondheid.” Verder wijst ze erop dat dertig tot veertig procent van de oogst verloren zou gaan zonder bestrijdingsmiddelen.
Milieubeweging te smalle blik op residuen
De gifmeter 2010 van de milieubeweging scoort eenzijdig op totale afwezigheid van bestrijdingsmiddelen op groente en fruit. Volgens CLM is dit een te smalle blik. Ten eerste kan het streven naar zo’n nul-niveau op alle producten tot meer milieuschade leiden. Daarnaast verzuimt de milieubeweging te verwijzen naar de duurzame initiatieven gericht op gezonde producten EN een schoon milieu, zoals hun eigen Weetwatjeeet keurmerk. Prikkelen van de (super)markt is prima, maar een brede blik op duurzame voedselproductie is daarbij gewenst.De ‘Weet wat je eet-campagne’ heeft de afgelopen 5 jaren met name supermarkten in beweging gebracht. Zij stellen nu strenge eisen aan residu-niveau’s. Dat kan telers stimuleren om eerder en vaker te spuiten, zodat de ziekten en plagen bestreden worden, maar bij de oogst de pesticiden niet op het product zitten. Peter Leendertse, teamleider CLM: “Zo is in de fruitteelt het risico dat telers vroeger in het seizoen gaan spuiten. Dan is er nog geen blad aan de boom en verwaaien de middelen naar het water. Dat is ongewenste afwenteling. In het project Bommelerfruit werken we daarom met telers samen aan schoon water EN weinig residu.”
Naast meer watervervuiling kan ook verspilling toenemen. Peter Leendertse: “We krijgen nu al signalen dat fruit dat voldoet aan de wettelijke norm wordt weggegooid omdat supermarkten strengere eisen stellen en de producten niet willen kopen. Zo stimuleert de milieubeweging indirect verspilling”.