Gif op groenten en fruit, het zal toch niet waar zijn?
Ondertussen voert onze overheid campagne om de consumptie van groenten en fruit te bevorderen en heeft ze het thema vitaliteit hoog op de agenda staan. De milieubeweging daarentegen jaagt de consument de stuipen op het lijf en beschadigt zo een zeer belangrijke branche, nota bene geholpen door jarenlange miljoenensubsidies, verkregen van diezelfde overheid.
Het is te begrijpen dat vooral ouders van kinderen onzeker en huiverig worden na het zien of lezen van de berichten over al dat “gif” op ons dagelijks voedsel. Moeten we dan helemaal over op biologisch geteeld voedsel? De milieubeweging wil het ons graag doen geloven. Dat dit een utopie is weet men wel maar wordt niet verteld. Men legt alles langs die biologische meetlat en al het andere deugt dus niet en is 'giftig'. En dat terwijl het huidige aanbod groenten en fruit nog nooit zo schoon is geweest. Om dit te kunnen geloven moeten we weten hoe een en ander tegenwoordig is geregeld in Europa op het gebied van voedselveiligheid.
Laten we het vanaf nu niet meer over gif hebben maar over gewasbeschermingsmiddelen. Iedere teler van regulier geteelde groenten of fruit gebruikt deze middelen om zijn gewas te beschermen tegen allerlei schadelijke invloeden om een zo goed mogelijke oogst te verkrijgen. Voor iedere werkzame stof in de gewasbeschermingsmiddelen is een MRL vastgesteld. MRL staat voor Maximale Residu Limiet en is dus het wettelijk toegestane residu(rest)gehalte op een product.
De MRL’s worden bepaald aan de hand van twee overwegingen: bescherming van de volksgezondheid en goed landbouwkundig gebruik. Dit laatste wil zeggen dat niet meer van een bepaald bestrijdingsmiddel wordt gebruikt dan nodig is om een plaag te bestrijden. De toegestane MRL’s zijn dan ook (veel) lager dan op grond van de volksgezondheid aanvaardbaar is.
Van een aantal stoffen(acuut toxische) is echter een zogenaamde acute referentie waarde (ARfD) vastgesteld, die bij een eenmalige inname niet mag worden overschreden. Hierbij speelt dus de bescherming van de volksgezondheid wel een rol.
Omdat kleine kinderen in verhouding tot hun lichaamsgewicht relatief veel groente en fruit eten wordt daar bij de berekening van de ARfD rekening mee gehouden. Bovengenoemde gezondheidsnormen komen tot stand door samenwerking van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) , de Europese Unie (EFSA) en het Rijksinstituut Volgezondheid en Milieu (RIVM) en worden ieder jaar verder ontwikkeld.
Alles begint dus op het land, in de kas of in de boomgaard en om voedselveiligheid te borgen moet men dus aan de primaire productie voorwaarden stellen. In 1997 hebben 26 Europese supermarktorganisaties het initiatief genomen om deze voorwaarden op elkaar af te stemmen en is een overkoepelende norm voor voedselveiligheid geboren: Global GAP (Good Agricultural Practice). Dit zijn dus kortweg de eisen die wereldwijd aan boeren en tuinders worden gesteld aangaande voedselveiligheid, duurzaamheid en kwaliteit.
Tegenwoordig liggen er in alle Europese supermarkten uitsluitend Global Gap gecertificeerde producten op de AGF afdelingen.
Als de milieuclubs dus praten over overschrijdingen gaat dit bijna altijd over de MRL en niet over de ARfD zodat er zelden sprake is van gezondheidsrisico’s. Als gevolg van de smadelijke berichtgeving en de angst voor negatieve publiciteit hanteren veel supermarktorganisaties zelfs een eigen ‘bovenwettelijk’ AGF-protocol waarin nog maar 70% of minder van de MRL wordt toegestaan. Dit is begrijpelijk maar onnodig want voedselveiligheid kent geen overtreffende trappen van veilig, veiliger, veiligst. De vastgestelde normen bieden adequate bescherming, gebaseerd op een wetenschappelijke analyse van bestaande hoogwaardige kennis.
De milieubeweging wil groenten en fruit waar helemaal geen residuen meer op aangetroffen worden. Dit willen we uiteraard allemaal wel maar is praktisch onhaalbaar. Door de enorme welvaart in de westerse wereld zijn we in staat om onze groenten en fruit uit alle windstreken te importeren. Supermarkten streven naar een jaarrond vast assortiment om aan de vraag van de verwende consument te kunnen voldoen. Zonder gewasbeschermingsmiddelen gaan oogsten gedeeltelijk of volledig verloren met alle gevolgen van dien. Er worden bijvoorbeeld heel veel producten geïmporteerd uit derde wereldlanden waardoor kansarme boeren en hun families weer kansen krijgen en uiteindelijk is dat de beste ontwikkelingshulp die er is.
Groente en Fruit eten is zeer gezond. Het positieve effect van het eten van groenten en fruit op de gezondheid blijkt zo’n duizend maal groter dan het negatieve effect van de aanwezige restjes van gewasbeschermingsmiddelen!
Het is zelfs nog steeds niet wetenschappelijk bewezen dat biologisch geteeld voedsel gezonder is dan gangbaar voedsel. Dagelijks stellen we onszelf en onze kinderen bloot aan écht ongezond voedsel, kijk bijvoorbeeld maar naar de meterslange schappen vol met snoepgoed op peuterhoogte uitgestald. Hierop ziende heeft de slogan ‘Snoep verstandig, eet een appel’ nog niets aan waarde ingeboet.
Het zou de Milieubeweging sieren als ze eens op zouden houden met misleidende berichtgeving en het versterken van onterechte onderbuikgevoelens bij onwetende consumenten. We zouden er allemaal bij gebaat zijn wanneer deze clubs ons belastinggeld en donateurgelden alleen zouden gebruiken om samen met producenten, supermarkten en consumenten te werken aan onze gezamenlijke opdracht: de aarde te bouwen en te bewaren als een goed rentmeester. Dat dit al moeilijk genoeg is, daar kun je gif op innemen!
Voor meer informatie:
André Nieuwenhuis
Olypic Fruit