Je krijgt deze pop-up te zien omdat dit de eerste keer is dat je onze site bezoekt. Krijg je deze melding altijd te zien dan heb je je cookies uitstaan en zullen die blijven verschijnen.
U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).
Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken. Bedankt!
Je ziet deze popup omdat dit de eerste keer is dat u de site betreed. Als u dit bericht blijft krijgen zet dan alstublieft uw cookies aan
"De consumptie van streekproducten is niet duurzaam"
Mensen die streekproducten eten, geloven dat ze iets goeds voor het milieu doen omdat hun voedsel niet ver hoeft te reizen. Hoewel dit goed bedoeld is, werkt het om verschillende redenen niet.
Een schatting die op veel websites voor streekproducteneters te vinden is, stelt dat voeding in de VS gemiddeld zo'n 2400 km naar je bord moet reizen. Volgens een andere schatting is dit zelfs bijna 7000 km. Tijdens deze reis zou er veel CO2-uitstoot zijn. Maar de teelt en verwerking van gewassen zelf kan, afhankelijk van een aantal factoren, een grote hoeveelheid uitstoot genereren.
James McWilliams, auteur van het boek 'Just Food: Where Locavores Get It Wrong and How We Can Truly Eat Responsibly', zegt dat mensen niet alleen moeten denken aan het transport van gewassen. Hij gebruikt een voorbeeld van een tomaat die 2000 mijl (ruim 3000 km) met 2000 andere tomaten wordt vervoerd. Net als groot inkopen goedkoper is, is bulkvervoer veel efficiƫnter dan de tienduizenden mensen die een enkele tomaat kopen en hiermee naar huis rijden. Alles bij elkaar komt ongeveer 20 procent van de totale uitstoot door voeding van het vervoer door de consument.
Transport door de toeleveringsketen draagt over het geheel genomen een geschatte 5-6 procent bij aan alle CO2-uitstoot. Alhoewel er ook maatregelen moeten worden genomen om de impact hiervan te verlagen, moet het niet het enige aandachtspunt zijn waar de streekproducteneters op aansturen. Er moet vooral gekeken worden naar de landbouwproductie, die bijdraagt tot wel 45 procent van de CO2-uitstoot. Hier zou de biotechnologie kunnen helpen.