Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Voedselvergiftiging over het algemeen -29% ten opzichte van 2013

Relatief veel uitbraken norovirus in 2014

In 2014 zijn er minder uitbraken van voedselinfecties en –vergiftigingen dan in voorgaande jaren geweest. Het gaat om een afname van 29% ten opzichte van 2013. Wel was het aantal zieken per gemelde uitbraak groter. Daarmee kwam het totaal aantal zieken 13% hoger uit dan in 2013. Dit blijkt uit het rapport "Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen in Nederland in 2014" van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Italiaanse maaltijd
De analyse van de registratiecijfers laat zien dat er in 2014 in totaal 207 uitbraken van een voedselinfectie of –vergiftiging zijn gemeld. Dit is een afname van 29% ten opzichte van 2013. Hierbij zijn 1655 mensen ziek geworden. In 2013 waren 290 uitbraken gemeld waarbij 1450 zieken waren. Daarnaast zijn bij de NVWA nog 242 individuele ziektegevallen van voedselinfecties en –vergiftigingen gemeld. Het totaal aantal gemelde zieken steeg met 13%.

Vergelijking met voorgaande jaren leert dat het norovirus weer relatief veel uitbraken heeft veroorzaakt. De campylobacter-bacterie was juist minder vaak de oorzaak van voedselinfecties en –vergiftigingen. Het aantal salmonella-uitbraken was in 2014 hoger dan in 2013, maar lager dan in de jaren ervoor.

Registratie en onderzoek van uitbraken en zieken
Het RIVM en de NVWA registreren meldingen van ziektegevallen door voedselinfecties en -vergiftigingen. De NVWA onderzoekt het voedsel en de plaats waar het wordt bereid. Als er sprake is van een uitbraak waarbij meerdere mensen ziek zijn geworden, ondervraagt de GGD de personen die hebben blootgestaan aan besmet voedsel. De GGD'en rapporteren dit aan het RIVM.

Hygiënische maatregelen
Lang niet iedereen die ziek wordt van het eten van voedsel meldt zich bij de huisarts of de NVWA. Het totale aantal zieken door voedselinfectie of –vergiftiging is dus hoger dan het aantal geregistreerde meldingen. Naar schatting zijn jaarlijks ongeveer 700.000 mensen in Nederland ziek door het eten van besmet voedsel. Veel van deze voedselinfecties ontstaan in de eigen keuken en zijn te voorkomen door meer aandacht te besteden aan voedselveiligheid. Naast hygiënische maatregelen, zoals handen wassen voor etensbereiding is het belangrijk 'kruisbesmetting' te voorkomen. Dit kan door in de keuken verschillende snijplanken en messen te gebruiken om rauw en gaar voedsel te scheiden.

Verschil tussen voedselinfectie en voedselvergiftiging
Voedselinfectie ontstaat door het eten van besmet voedsel. De besmetting wordt veroorzaakt door een bacterie, virus of parasiet. De infectie kan leiden tot een ontsteking van de maag, darmen of van andere organen. Mensen kunnen dan last krijgen van diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, buikkramp en koorts. Soms gaat de infectie ongemerkt voorbij. De klachten ontstaan niet eerder dan 8 uur na het eten van besmette producten. Dat in tegenstelling tot voedselvergiftiging waarbij gifstoffen van bepaalde bacteriën vrijkomen. De klachten ontstaan dan vaak al binnen enkele uren na het eten van besmet voedsel.
Publicatiedatum: