"Er gaan nog wekelijks schepen met uien naar Afrika, maar de hectiek voor export die kant op is er inmiddels vanaf. Zuid-Amerika (Brazilië) is momenteel wat uit beeld maar daarvoor hebben we deels Centraal Amerika er bij. Ook Azië maakt een pas op de plaats vanwege de vele verladingen welke die kant al zijn opgegaan en de negatieve wisselkoers. Naar Indonesië kunnen eindelijk uien heen, terwijl we die enkele weken geleden niet tot onze beschikking hadden. Al met al is het vooral overzee wat de klok slaat. Wel komt er links en rechts wat vraag vanuit Oost-Europa om te kijken hoe de Nederlandse ui zich onderscheidt, voornamelijk met het oog op de grofte", vertelt Ewald.
"De opbrengsten vallen over het algemeen zeker niet tegen. De laatste weken is er een flinke groeispurt geweest. Gezien de recente opbrengstschattingen hebben we zeker een vlotte export per week nodig. Dit betekent dat Holland niet te hoog in de boom moet zitten met de prijzen om concurrent te zijn. Ook kwalitatief moeten we het verschil kunnen maken in de markt", vervolgt Ewald.
"Vorig jaar hadden we relatief lage prijzen maar vooral goede kwaliteit. Dit jaar lijkt het anders. De kwaliteit van de uien is nog goed, weliswaar hebben veel partijen uien qua kleurvorming ingeleverd, maar ik verwacht dat dat na enige tijd in de box met goed drogen meer naar ons toekomt. De vraag is alleen hoe de uien later kwalitatief uit de bewaring komen. Vele partijen hebben mogelijk toch last gehad van de vele regen", besluit Ewald.