Tholen - Hans van Es van DPA vertelde op vraag van Freshfel, tijdens de Freshfel Europe's Policy Meeting over de productie in Europa. "Het is een uitdaging om dit kort te vertellen. Er zijn namelijk verschillen per regio en per product. Maar in principe kunnen we zeggen dat er een aantal producten zijn, waarvan te veel volume is." Overcapaciteit
"Naast de problemen die we hebben met de Russische boycot realiseren we dat we nog een probleem hebben: we hebben te maken met overcapaciteit. Natuurlijk, de Russische embargo heeft daar zeker geen positieve invloed op. Er is een extra volume voor producten zoals appelen en peren, tomaten, komkommers en nog veel meer."
Niet ontevreden
Hij geeft aan dat ze de laatste weken een goede communicatie hebben met DG Agri (Europese Commissie). "Er zijn altijd mensen die zeggen dat het sneller kan, maar we mogen niet ontevreden zijn over het verloop van de afgelopen twee maanden. Soms was het moeilijk om de regels op het lidstaat-niveau te implementeren. Er kwamen klachten van landen die zeer actief zijn in groenten en fruit. Ze gaven aan dat het soms niet duidelijk was wat de gevolgen waren van deze regels. Ze waren bang dat ze gestraft werden door Rusland. We hebben ook gezien: als er geen goede infrastructuur in het land is om snel te dealen met dit soort zaken, moeten er een leger van mensen doorheen voordat er duidelijkheid ontstaat voor de sector. Als de appelen aan de bomen hangen moet er snel een beslissing worden gemaakt. Je kunt niet nog drie, vier weken wachten."
Nieuwe markten
"Ja, we moeten zoeken naar nieuwe markten. Maar dat lukt niet in 24 uur. Het is belangrijk dat de Europese sector verder moet internationaliseren, stap voor stap. Als we kijken naar de uitdaging voor de komende 10/15 jaren: in het jaar 2020 hebben we meer dan 20 steden in de wereld met meer dan 20 miljoen mensen. Hoe gaan we deze mensen beleveren? Hoe gaan we de logistiek verzorgen? Niet door alle Belgische tomaten naar Tokyo Bay of Rio de Janeiro te sturen. Als we een onderdeel in deze markten willen zijn in deze markten en nieuwe ontwikkelingen in markten, moeten we internationaliseren. Je ziet ook sommige bedrijven die daar al stappen in hebben gezet. Die kunnen momenteel producten naar Rusland sturen vanuit hun Marokkaanse of Zuid-Afrikaanse afdelingen. Natuurlijk heb je daar wel bepaalde vaardigheden en eigenschappen voor nodig als bedrijf. Ik was bij de jaarlijkse meeting van Copa Cogeca en daar werd gesproken over 'family farming'. Een belangrijke zaak, maar echte 'pappa en mama'-bedrijven kunnen niet aan Tokyo Bay leveren. Je zult de komende tijd een verschil zien in lokale productie en levering en de grotere bedrijven die wereldwijd actief zijn. We hebben in Europa bepaalde partijen nodig die Europees kunnen werken, coöperatief of privé. Deze ontwikkelingen moeten doorgaan en dat hebben we nodig voor de komende jaren."