De hoeveelheid mango´s van Peru zou kunnen dalen met 30% tot 40% ten opzichte van vorig jaar toen de export 136.000 ton bedroeg. Dit werd gerapporteerd door de directeur van de Peruvian Association of Producers and Exporters of Mango (APEM), Juan Carlos Rivera.
Een groep vertegenwoordigers van APEM hebben veel van de velden in Piura, Lambayeque en Ancash (de regio's met de grootste mangoproductie) bezocht en kwamen erachter dat er dit jaar minder bloei is dan in het vorige seizoen.
"De bloei is nu ongeveer 60% ten opzichte van het vorige seizoen en als het weer zo blijft, kan het uiteindelijk oplopen tot 70%. Dit zou een export betekenen van ongeveer 100.000 ton mango. Ik hoop dat we geen warme lente hebben," verklaarde Rivera.
De vertegenwoordiger van APEM legde uit dat deze daling een gevolg is van alternatie, waardoor er het ene jaar een goede bloei is en het volgende jaar een slechte. Dit, in combinatie met de warme temperaturen op de noordelijke kust tijdens de winter, hebben een betere bloei voorkomen.
Hij wijst er ook op dat de lagere mangoproductie geen negatieve effecten op de handel zal hebben, integendeel: ''door de lagere aanvoer zullen de prijzen verbeteren.''
De mango-industrie bevindt zich in een volwassen stadium. Juan Carlos Rivera zegt dat bedrijven zich meer bezig houden met efficiëntie en het produceren van fruit met een goede kwaliteit dan met het verhogen van het areaal voor de teelt. "De industrie is momenteel meer geïntegreerd: bedrijven hebben hun eigen velden, hun eigen verwerkingsbedrijven en doen zelfs hun eigen marketing."
Een ander aspect die de vooruitgang van de sector toont is de zoektocht naar nieuwe kwaliteitsnormen via een kwaliteitslabel of internationale certificaten zoals HACCP, Global GAP, e.a.
APEM werkt ook aan kwaliteitsverbetering van het product. "We zijn momenteel bezig met een kwaliteitshandboek voor de Peruaanse mango, die in november zal worden gepubliceerd op het Peruvian Mango International Congress.
80% van de export van mango uit Peru behoren tot het Kent-ras. De rest zijn Tommy Atkins, Tommy Haden, Keitt, Edward en Ataulfo. Volgens Juan Carlos Rivera groeien de laatste twee wel, maar is het nog steeds maar een klein deel.