Hoewel de lokale producties in andere gebieden de laatste jaren als een komeet toenemen, is Mart ervan overtuigd dat de Nederlandse tuinbouw een belangrijke rol zal blijven vervullen. "We houden hier het voordeel van ons glastuinbouwcluster en de locatie vlakbij de Rotterdamse haven en centraal in Midden-Europa. Daarbij zeg ik niet dat het Nederlands areaal zal stijgen, want ik verwacht daar het komend decennium niet zoveel wijzigingen in, maar ik denk wel dat nieuwe rassen en teelttechnieken zullen resulteren in hogere producties per hectare. Wel zullen we een oplossing moeten vinden voor het energieprobleem. Goedkope energie is een voorwaarde. Schaliegas blijkt nu weer duurder dan gewoon gas, maar geothermie lijkt de toekomst te hebben."
De toenemende buitenlandse teelt ziet Mart dan ook niet als een al te grote bedreiging. "Neem de toenemende kasgroententeelt in Duitsland. Dat men nu zelf aan het bouwen is, zie ik als een waardering voor de Nederlandse teeltwijze, die twintig jaar geleden verguisd werd. De Nederlandse tomaat wordt hoger gewaardeerd dan ooit tevoren. Natuurlijk zal de Duitse retailer voorkeur hebben voor een Duitse product, maar men kan daar nooit zo efficiënt telen als hier. Uiteindelijk kunnen Duitsers de beste auto's bouwen en kunnen wij het best tomaten produceren. Daarnaast zijn we dankzij onze fijnmazige logistiek vanuit het Westland beter in staat om bijvoorbeeld München te bedienen dan vanuit Hamburg. Daarom ben ik er van overtuigd dat we een belangrijk centrum voor de tuinbouw blijven."
Ontvangt u Primeur niet? Neem nu een jaarabonnement voor 2014 en wij sturen u de kersteditie nog gratis toe!