"Westland is Urban Farming van Nederland, maar in Nederland ontbreekt visie”"

"Nederland is te zien als een grote stad. Het groene hart is Central Park, het Westland Urban Farming. Terwijl lokaal product meestal hoger gewaardeerd en duurder betaald wordt, ontbreekt daarvoor in Nederland nog de trots." Dat vertelde Meiny Prins gisteren tijdens Grownovation, een bijeenkomst van Tuinbouw Digitaal.

Meiny Prins tijdens GROWnovation, gisteren bij Priva

Nieuwe verbindingen

Volgens Prins is er wereldwijd een belangrijke rol weggelegd voor Urban Farming en de biobased economy. Dagelijks vertrekken 180.000 mensen naar de stad. Daar komt bij dat veel steden, gezien de logistieke mogelijkheden en de vruchtbare grond, gelegen zijn in delta's. De benodigde voedselproductie moet dan ook worden gerealiseerd door de kringlopen te sluiten en afval te hergebruiken. "Ook Nederland ligt in een delta", aldus Prins. "Nederland is een grote, groene stad. Het groene hart is Central Park en het Westland is Urban Farming." Daar liggen dan ook zeker kansen. "Het afzetgebied van Urban Farming loopt op tot 800 kilometer en reikt dus als je naar Westland kijkt, ook tot Duitsland en Groot-Brittannië. Normaal wordt lokaal product meer gewaardeerd en wordt er meer voor betaald. Die trots ontbreekt in Nederland."

De teler van morgen

Er liggen volgens Prins meer uitdagingen voor de wereldwijde tuinbouw. Een daarvan is het binden van de jongere generatie. "Jongeren zijn niet alleen consumenten, maar ook telers van morgen. Zij zijn opgegroeid met automatisering. Ze denken in beelden, denken digitaal. Die jeugd moeten we geboeid houden. Daarvoor moeten we de tuinbouw sexy maken." Dat is nu een probleem voor de sector, vertelde Prins desgevraagd. Tijdens een bezoek aan Strijp S in Eindhoven, een stadsdeel gefocust op automatisering, realiseerde ze zich opnieuw hoeveel talent er is op dit gebied en hoe belangrijk het is die naar de tuinbouw te trekken.

Meiny Prins in gesprek met de telers van de toekomst

Eigen markt ontwikkelen

Priva zelf opereert zowel in de bouw als in de glastuinbouw. Na de crisis in de tuinbouw is ook de bouw stil komen te staan. "Ook in de Nederlandse tuinbouw is de groei eruit", aldus Prins. "Omzetgroei zit er niet in, tenzij je gaat voor een andere marktbenadering." Priva heeft zelf de ontwikkeling sowieso nodig voor de 25% van de omzet die het bedrijf jaarlijks stopt in innovatie. Het bedrijf is ermee aan de slag door verder internationaliseren (nieuwe vestigingen in Zwitserland en Frankrijk) en dat kost tijd

De andere strategie is het doorontwikkelen in de huidige markten: diversificatie van producten. Voorbeelden daarvan zijn activiteiten in de luchtkwaliteit in basisscholen – ontstaan door een reactie op actuele berichtgeving over slechte lucht in scholen – en het project Hoogeland, waarmee 400 huizen worden verwarmd door 1 hectare kas. "Daarmee maken we niet alleen een statement, maar ontwikkelen we ook onze eigen markt."

Meer met minder is eindig
"Nederland is sterk in het meer produceren met minder kosten. Dat houdt een keer op", signaleert Prins eindigheid voor de tuinbouwsector. Ook telers moeten daarom aan de slag met het zoeken van andere markten en nieuwe verbindingen. Daarvoor is ook bestuurlijke innovatie en bestuurlijke transparantie nodig. Volgens Prins is de bestuurlijke sector in Nederland veel complexer dan in andere landen. Zo worden er in New York (10 mln inwoners) 40 volksvertegenwoordigers direct gekozen, tegenover 4000 in Nederland. Bestuurlijke transparantie moet nieuwe verbindingen als kortere ketens mogelijk maken. "Schakels zonder toegevoegde waarde verdwijnen uit de keten."

Voor meer informatie:
Priva (e-mail)
Zijlweg 3
2678 LC De Lier
Nederland
T +31 (0)174 522 600
F +31 (0)174 522 700
www.priva.nl