Behr AG beloofde de ondertekenaars van een door hen opgesteld winstbewijs een aantrekkelijke rente van 8,5 procent. Duitslands grootste slateeltbedrijf wilde namelijk expanderen naar Polen en Roemenië. Een investering met groeikansen maar ook met risico's. Deze risico's hebben de laatste tijd de kop opgestoken, maar hoe zal het verder gaan?
Behr AG wil door middel van de uitgifte van een winstbewijs tot tien miljoen euro bij elkaar krijgen en biedt daarvoor een jaarlijkse basisrente van 8,5 procent. De looptijd bedraagt tien jaar, waarbij er vanaf het achtste jaar opzegrecht voor de belegger geldt. Wanneer de zaken bijzonder goed lopen, kunnen de beleggers bovendien een winstafhankelijke bonus van maximaal 1 procent krijgen, waardoor de maximaal haalbare rente zelfs 9,5 bedraagt.
Zoals gebruikelijk bij een winstbewijs geldt dit echter alleen wanneer Behr AG over voldoende balanswinst beschikt. Valt deze lager uit, dan daalt de rente evenredig mee. Dat gaat zover dat de winstrechten in geval van verlies ook deelhebben aan het verlies, doordat de terugbetalingsrechten overeenkomstig kleiner uitvallen. Dan kunnen de beleggers niks anders dan hopen dat de winstsituatie in de komende jaren weer zal verbeteren.
Uiteindelijk verlies houdt financieel directeur Ulf Wittlich op grond van de bedrijfsconstructie voor praktisch uitgesloten. Want de emittent van Behr AG is de operatieve holding van het concern, die verantwoordelijk is voor de strategie en afzet. Slechtere jaren binnen de groenteteelt, zoals bijvoorbeeld 2004, 2007 en 2008, toen het hoofdproduct ijsbergsla alleen met verlies door de leveranciers geproduceerd kon worden, hebben daardoor hooguit indirect effect op het resultaat van Behr AG.
In zoverre kon Behr AG in de afgelopen drie jaar stabiele jaaroverschotten tussen 1,73 en 1,24 miljoen euro behalen. Het jaaroverschot van het concern daalde daarentegen tussen 2005 en 2007 ondanks stijgende omzet van 1,8 miljoen naar 231.000 euro.