Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Bio-landbouwgrond in 2012: 48,4 duizend hectare

Groei Nederlandse bio-landbouw afgezwakt

In 2012 telt Nederland 48,4 duizend hectare biologische landbouwgrond. Dat is 2,1 procent meer dan het jaar ervoor. Daarmee wordt op 2,6 procent van het totale landbouwareaal biologisch geboerd. Ruim 41 procent van de biologische landbouwbedrijven is een graasdierbedrijf.

Areaal biologische landbouwgrond neemt langzaam toe

De sterke groei van het areaal biologische landbouwgrond aan het einde van de jaren negentig van de vorige eeuw zet zich vanaf 2004 niet verder door. Tussen 2004 en 2009 is er sprake van slechts een geringe toename van het areaal. Vooral in 2010 maar ook in 2011 trok de groei weer aan om daarna in 2012 toch weer af te zwakken. In 2012 is er ruim 48 duizend hectare biologische landbouwgrond in Nederland. Dit is 5.569 (bijna 13 procent) meer dan in 2009.


Areaal per provincie

De provincies Flevoland (15 procent), Gelderland (13 procent) en Friesland (12 procent) hebben in 2012 het grootste aandeel in het totale areaal biologische landbouwgrond in Nederland. Het biologisch areaal is in mindere mate aanwezig in Limburg (2 procent), Zeeland (3 procent), Zuid-Holland en Utrecht (beide 5 procent). De andere vijf provincies dragen elk zo'n 7 à 10 procent bij.

Vooral graasdierbedrijven

In 2012 zijn er 1.448 biologische landbouwbedrijven. Op 41 procent van de biologische bedrijven worden graasdieren gehouden: runderen, schapen en geiten. Van het totaal aantal biologische bedrijven hebben het combinatiebedrijf (gemengd bedrijf), het akkerbouwbedrijf en het tuinbouwbedrijf een aandeel rond 14 procent; 11 procent is een hokdierbedrijf en 6 procent een blijvende teeltbedrijf.

In de gangbare landbouw gaat het in 54 procent van de gevallen om graasdierbedrijven, gevolgd door akkerbouwbedrijven met 18 procent, tuinbouwbedrijven met 14 procent, hokdierbedrijven met 8 procent, combinatiebedrijven met 5 procent en blijvende teeltbedrijven met 2 procent.

In de biologische land- en tuinbouw komen het combinatiebedrijf en blijvende teeltbedrijf dus ongeveer driemaal zo vaak voor als bij de gangbare land- en tuinbouw.

Spreiding van de bedrijven

De landelijke spreiding van de biologische bedrijven volgt ruwweg de landelijke spreiding van alle (biologische en gangbare) bedrijven samen. De grootste verschillen in 2012 zijn te vinden in de provincies Flevoland en Noord-Brabant. In Flevoland is het aandeel van de biologische bedrijven (10 procent) vijfmaal zo groot als het aandeel van de gangbare bedrijven. Daarentegen is in Noord-Brabant het aandeel van de biologische bedrijven (10 procent) bijna de helft kleiner dan het aandeel van de gangbare bedrijven.

Klik hier
voor meer informatie.

Bron: Compendium voor de Leefomgeving
Publicatiedatum: