Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"SWOV: Besef gevaar smartphone in verkeer is er, maar toch gebruiken we hem"

Uit de Barometer van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) 2017 blijkt dat 65 procent van de Nederlanders wel eens zijn of haar telefoon gebruikt tijdens deelname aan het verkeer, terwijl 76 procent aangeeft het eigen gebruik van de mobiele telefoon in het verkeer gevaarlijk te vinden. Er blijkt dus een redelijk besef van de gevaren van telefoongebruik tijdens verkeersdeelname; desondanks wordt de telefoon toch veelvuldig gebruikt.

Onderzoek
SWOV heeft in opdracht van Interpolis een vragenlijstonderzoek uitgevoerd naar telefoongebruik in het Nederlandse verkeer. Deze studie zal jaarlijks worden herhaald voor een periode van vijf jaar. Dit biedt de mogelijkheid om trends en ontwikkelingen in telefoongebruik in het verkeer in kaart te brengen. Deze jaarlijkse vragenlijststudie geeft inzicht in telefoongebruik in het verkeer van automobilisten, fietsers, snorfietsers en voetgangers. In dit eerste jaar van de Barometer hebben 4201 respondenten in de leeftijd van 18 t/m 80 jaar en 262 kinderen in de leeftijd van 12 t/m 17 uit heel Nederland meegedaan.

Factoren
Een aantal factoren blijkt voorspellend te zijn voor de mate van telefoon­gebruik in het verkeer. Dit zijn leeftijd, gewoontegedrag (behalve voor snorfietsers), het vertrouwen in de eigen bekwaamheid, hoe vaak men zich in het verkeer begeeft, de sociale norm en de mate van risicoperceptie. Voor fietsers, snorfietsers en automobilisten is het vertrouwen in de eigen bekwaamheid de belangrijkste voorspeller voor telefoongebruik. Voor voetgangers is de belangrijkste voorspeller de gewoonte om de telefoon te gebruiken.

Kinderen
De resultaten over de groep kinderen (12 t/m 17 jaar) zijn opvallend. Kinderen gebruiken vaker hun telefoon tijdens verkeersdeelname dan volwassenen. Daarnaast hebben kinderen bijvoorbeeld een sterker gewoontegedrag en een lagere risicoperceptie, die allebei verband blijken te houden met de mate van telefoongebruik. Alle gevonden verbanden rond het telefoongebruik van kinderen zijn ongunstig voor de verkeersveiligheid. Daarom – en omdat kinderen de volwassenen van de toekomst zijn – is het aan te bevelen extra aandacht te besteden aan specifiek de groep kinderen als het gaat om telefoongebruik in het verkeer.

Denken te gebruiken
Een ander opvallend punt is hoe vaak deelnemers hun telefoon in het verkeer denken te gebruiken. 35 procent van de Nederlanders doet dat nooit, 65 procent wel eens. Deze percentages zijn bepaald door gedetailleerd naar verschillende handelingen met de telefoon te vragen. Wanneer echter met één enkele vraag rechtstreeks naar hun frequentie van telefoongebruik in het verkeer wordt gevraagd, geven veel meer respondenten aan de telefoon nooit te gebruiken. Dit suggereert dat respondenten onderschatten hoe frequent ze hun telefoon gebruiken. Deze discrepantie biedt een interessant aanknopingspunt voor maatregelen en beleid.

Bron: SWOV
Publicatiedatum: