Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
World Banana Forum over eerlijke waarde verdeling in keten

“Geef ons 1,20 dollar per doos meer”

Tholen – Armoede is een blijvend fenomeen wereldwijd waar meer aandacht voor zou moeten zijn, betoogt Deborah Greenfield, ILO tijdens het derde World Banana Forum. Tijdens het grote 'rondetafeloverleg' waar allerlei belanghebbenden van de bananensector samenkomen, stond onder ander de vraag centraal hoe er een betere verdeling van waarde in de keten gerealiseerd kan worden. Het antwoord op die vraag bleek nog niet zo eenvoudig of is 1,20 dollar per doos extra voldoende?

Tijdens de openingsrede van Deborah wijst ze op het feit dat veel mensen die in armoede leven wel een baan hebben. "Deze mensen werken, maar het lukt ze niet om zichzelf uit de armoede te trekken," vertelt ze. "Het overgrote deel van de werkende, extreem armen zijn actief in de landbouw." Deze situatie brengt enkele uitdagingen met zich mee waar ook de bananensector, die wereldwijd aan miljoenen mensen een inkomen geeft, zich mee bezig moet houden.


Denis Loeillet, van CIRAD / FruitTrop.

'Race to the Bottom'
Denis Loeillet, van CIRAD / FruitTrop, schetste de bananensector in cijfers. Wereldwijd worden 134 miljoen ton bananen geteeld, daarvan zijn er 62 miljoen ton van het ras Cavendish. Vooral de import van de EU is de laatste jaren fors gestegen en stond vorig jaar boven de 6 miljoen ton. De waarde in de keten is voor elk land op een andere manier verdeeld. Denis tekent het beeld van de verdeling in Ecuador. Het grootste deel wordt ingenomen door de retail, die 33% van de waarde inneemt. De handel en logistiek nemen ook enkele procenten voor hun rekening. Wat er uiteindelijk overblijft voor de producent is 17%, de werknemers nemen 6% voor hun rekening.

De laatste jaren is er weinig veranderd voor de telers en werknemers op de plantages. Gilbert Bermudez, COLSIBA: "De meeste salarissen zijn ongewijzigd gebleven in de afgelopen jaren. De 'banana war' is nog niet over. Deze 'race tot the bottom' moet stoppen." Niet verwonderlijk dat hij vooral naar de retail, die de prijzenoorlog ontketenden, kijkt als het om een betere verdeling van waarde in de keten aankomt. "De consumenten in Europa en Amerika zien de banaan als een goedkoop product. Supermarkten in Europa verkopen de bananen met een verlies," betoogt hij. "We moeten onszelf niet voor de gek houden. Als de supermarkt de bananen onder de kostprijs verkoopt, wordt die last gedragen door de salarissen van de arbeiders."



De oplossing ligt volgens hem in een controlemechanisme waarbij de FAO een serieuze analyse maakt van de verkoopprijzen van fruit bij de supermarkten. "Dan heb ik het niet over de kleine prijsverschillen tussen de supermarkten, maar er moet een einde komen aan de race tot the bottom. Uiteindelijk profiteert niemand daarvan."

Retailers aan zet?
Diegenen die wijzen naar de supermarkten om een hogere inkoopprijs te betalen en daarmee het probleem op te lossen, gaan iets te kort door de bocht. Enkele jaren geleden maakte Tesco de belofte om het minimum salaris te betalen en aan contracttelers 'dedicated growers' een 'living wage' te betalen. Daarvoor nam de supermarktketen enkele jaren de tijd om dit op te tuigen. Terugblikkend moet ook Edgar Monge van Tesco toegeven dat het, om uiteenlopende redenen, niet gelukt is.


Edgar Monge van Tesco.

"We zetten ons in om de waardeketen zo eerlijk mogelijk te maken. Daar zijn we echt aan toegewijd," vertelt hij. Een van de redenen waarom het project vastliep was een verschil van inzicht over wat de minimumprijs zou moeten zijn. "We moeten meer samenwerking om een stap vooruit te zetten." Ook de ander supermarktorganisaties zouden stappen moeten zetten om deze verbetering mogelijk te maken. Wat de Britse retailer wel veranderde: er wordt meer gewerkt met langetermijncontracten. Daardoor hebben telers meer zekerheid en kunnen de salarissen van de arbeiders omhoog, is er meer ruimte voor vaste contracten en is er geld voor investeringen.

Iemand uit het publiek voegt toe dat de supermarkten meer zouden moeten investeren in het bananensegment door bijvoorbeeld verschillende rassen aan te bieden. Iemand anders voegt toe dat er ook gekeken moet worden naar de productiviteit. Als de productiviteit stijgt, is er ook meer ruimte voor salarisverhogingen.

Op de Filipijnen is de bananensector de afgelopen jaren flink getroffen door een orkaan en El Niño, waardoor de productiecijfers tegenvallen. Een probleem dat op de eilandengroep speelt, is de wetgeving voor een minimum salaris. De regering stelt per regio een minimum salaris vast, maar het blijft een lastig debat. "Sommige telers betalen hun werknemers veel minder, maar als je iets verder kijkt, zie je dat er een familierelatie is. Dan zeggen telers: we betalen niet het minimumloon, maar ik betaal wel voor onderwijs en kleding van mijn werknemers," aldus Stephen Antig, PBGEA. "De kleine telers zullen het uiteindelijk niet overleven tenzij ze aanhaken bij hun 'grote broers.'" Door coöperatieve vormen van samenwerking is er nog een kans voor de kleine bananentelers op de Aziatische eilandengroep.


v.l.n.r. Kozel Peters, WINFA (Windward Islands), Fernando Bolaños, Agroamerica (Guatemala), Gilbert Bermudez, COLSIBA (Honduras), Wilbert Flinterman, Fairtrade International (Germany), Edgar Monge, TESCO (United Kingdom), Patrick Belser, ILO, Stephen Antig, PBGEA (Philippines).


Eén dollar meer
Kozel Peters, WINFA, wijst op de problemen waar de kleine telers tegenaan lopen. Ondanks het kleine volume moeten deze telers concurreren op wereldschaal. "De problemen rond de kleine telers worden niet aangepakt. Zij delen nauwelijks in de waardeketen. Er wordt wel van ze verwacht dat ze innoveren, maar daar worden ze niet naar betaald." Zij pleit voor een betere verdeling van waarde, waarbij de kleine telers ook profiteren en er een gelijk speelveld ontstaat.

Ook Fernando Bolaños, Agroamerica, maakt zich zorgen. "Waar andere producten in waarde zijn gestegen, is de prijs voor bananen de afgelopen twintig jaar nauwelijks veranderd," uit hij zijn bezorgdheid. Daarnaast ziet hij een groot verschil tussen het minimum salaris in verschillende landen en het salaris dat nodig zou zijn om goed te kunnen leven, uitgedrukt met de term als 'living wage'. Tot slot is er door die lage prijs geen geld over bij telers om te investeren in nieuwe technieken. Hij heeft echter een heel concreet voorstel om deze problemen aan te pakken: "Geef ons 1,20 dollar per doos meer. Dan zijn de bananen nog altijd het goedkoopste product in het fruitschap, maar hebben de telers en distributeurs een beter leven. Afgezien van het feit dat een dergelijke prijsverhoging nauwelijks merkbaar zal zijn in de supermarkt, stelt hij de handel gerust: "De bananenprijs is niet elastisch, ook bij een kleine prijsverhoging blijven de consumenten bananen kopen, dat is bewezen. Het is een kleine verandering, maar met grote gevolgen in de keten."