Een drietal klimaatwetenschappers heeft hun onderzoek naar bossen losgelaten en is gaan kijken naar de landbouwgebieden in de Peruaanse Andes. Ze keken vooral naar hoe de opwarming van de aarde van invloed kan zijn op de twee voornaamste voedselproducten van Latijns-Amerika: aardappelen en maïs.
Hun bevindingen, die vorige maand werden gepubliceerd in het tijdschrift Global Change Biology, zijn zeer pessimistisch. Ze verwachten dat er een lange, lastige omvorming van de huidige landbouw op het platteland noodzakelijk zal zijn en dat er drastisch lagere oogsten zullen komen in een tijd van bevolkingsgroei en onzekerheid.
"Voor deze gewassen, die representatief zijn voor andere teeltgewassen in de tropen, lijkt er haast geen goede oplossing te zijn," aldus Kenneth Feeley, tropische bioloog aan de Universiteit van Miami en co-auteur van de studie. "Als boeren de klimaatveranderingen negeren en dezelfde akkers blijven bewerken, zal dat rampzalig zijn voor de gewassen."
De effecten van klimaatverandering zijn voor aardappeltelers nog slechter dan voor telers van maïs. Zij bewerken namelijk nu al velden hoog in de bergen, dus nog hoger gaan telen is geen optie. Bij dezelfde temperatuurstijgingen overleven de aardappelplanten het wel, maar de aardappelen zelf zouden vervormen en zodanig klein blijven dat de marktwaarde vrijwel nihil zou zijn.
Het internationale landbouwcentrum van Peru bestudeert de aardappelteelt ook en is hard op zoek naar oplossingen om de gewassen te beschermen tegen klimaatverandering. Feeley hoopt dat deze experts hulp zullen bieden aan telers op de meer afgelegen plaatsen op het platteland.
"Het is altijd belangrijk om te benadrukken dat klimaatverandering momenteel en in de toekomst reële gevolgen heeft voor de voedselvoorziening. Wat we zagen is dat relatief kleine temperatuurveranderingen een enorm effect kunnen hebben op het levensonderhoud en de gezondheid van miljoenen mensen."
Bron: news.mongabay.com
Hun bevindingen, die vorige maand werden gepubliceerd in het tijdschrift Global Change Biology, zijn zeer pessimistisch. Ze verwachten dat er een lange, lastige omvorming van de huidige landbouw op het platteland noodzakelijk zal zijn en dat er drastisch lagere oogsten zullen komen in een tijd van bevolkingsgroei en onzekerheid.
"Voor deze gewassen, die representatief zijn voor andere teeltgewassen in de tropen, lijkt er haast geen goede oplossing te zijn," aldus Kenneth Feeley, tropische bioloog aan de Universiteit van Miami en co-auteur van de studie. "Als boeren de klimaatveranderingen negeren en dezelfde akkers blijven bewerken, zal dat rampzalig zijn voor de gewassen."
De effecten van klimaatverandering zijn voor aardappeltelers nog slechter dan voor telers van maïs. Zij bewerken namelijk nu al velden hoog in de bergen, dus nog hoger gaan telen is geen optie. Bij dezelfde temperatuurstijgingen overleven de aardappelplanten het wel, maar de aardappelen zelf zouden vervormen en zodanig klein blijven dat de marktwaarde vrijwel nihil zou zijn.
Het internationale landbouwcentrum van Peru bestudeert de aardappelteelt ook en is hard op zoek naar oplossingen om de gewassen te beschermen tegen klimaatverandering. Feeley hoopt dat deze experts hulp zullen bieden aan telers op de meer afgelegen plaatsen op het platteland.
"Het is altijd belangrijk om te benadrukken dat klimaatverandering momenteel en in de toekomst reële gevolgen heeft voor de voedselvoorziening. Wat we zagen is dat relatief kleine temperatuurveranderingen een enorm effect kunnen hebben op het levensonderhoud en de gezondheid van miljoenen mensen."
Bron: news.mongabay.com