Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Zuid-Afrika op zoek naar nieuwe guaverassen

Hoewel er al sinds het begin van de twintigste eeuw guave wordt geteeld in Zuid-Afrika is er sinds die tijd weinig vooruitgang geboekt op het gebied van veredeling en teeltmethoden. Volgens consultant Chris Smith wordt in vrijwel alle plantages in de Westkaap (goed voor 65% van de totale Zuid-Afrikaanse guaveproductie) het ras Fan Retief geteeld. 

Het ras Fan Retief werd in de loop der jaren door middel van informele veredelingstechnieken en kruisingen door telers ontwikkeld. In 1994 introduceerde het ITSC van Agricultural Research Council (ARC) een verbeterd ras de TSG2, dat minder pitten heeft een grotere maten oplevert dan Fan Retief (134 versus 96 gram). Het ras kreeg desondanks nooit echt voet aan de grond in de Westkaap vanwege de hogere opbrengsten van Fan Retief. 

Het ras TSG2 is momenteel het enige ras dat bestand is tegen één vorm van de guave verwelkingsziekte (veroorzaakt door Nalanthamala psidii) maar wel gevoelig is voor de andere twee varianten Nelspruit en Levubu die verwoestende gevolgen hebben voor de sector in Mpumalanga. 

Uit onderzoek is bovendien gebleken dat de ziekte overgebracht kan worden door te enten zodat het gebruik van resistente onderstammen eveneens geen oplossing biedt. Volgens Smith is het ontwikkelen van ziektebestendige rassen dan ook de enige optie. 

Nieuwe rassen
In 2016 stelde het landbouwdepartement van de Westkaap €18.994 beschikbaar om de guavesector te steunen door de ontwikkeling van nieuwe rassen. Het geld wordt onder meer gebruikt om een genenbank op te richten en het guaveteeltprogramma van ITSC uit te breiden om de opbrengsten te verhogen. Dit programma, onder leiding van Salomie Willemse en Christo Human, heeft al 28 veelbelovende rassen voortgebracht, waarvan een aantal geplant is op de Bien Donné onderzoekslocatie van ARC . Op deze manier kan worden beoordeeld of deze rassen goed gedijen in de Westkaap. 

Eind dit jaar worden nog eens 21 rassen geplant
Uit evaluaties van het ITSC blijkt dat één van deze rassen witvlezig is, weinig pitten bevat en vruchten met een gemiddeld gewicht van 143 gram produceert. Het ras heeft bovendien een hoger suikergehalte (Brix 16,3). Volgens Smith is de vraag naar witvlezige rassen momenteel onzeker maar is het een goed idee om dit ras in de genenbank op te slaan, voor het geval de markt verandert. Om de efficiënte teelt verder te bevorderen, zou het ideaal zijn om ook materiaal in de Westkaap aan te planten. Op deze manier kan gemakkelijker bepaald worden hoe nieuwe rassen zich aanpassen aan de klimatologische omstandigheden. Het is echter niet toegestaan om plantmateriaal naar de Westkaap te brengen uit vrees voor verspreiding van de guave verwelkingsziekte. Om deze reden zal een lokale genenbank opgezet worden om plantmateriaal toegankelijk te maken voor telers in de Westkaap. Smith legt uit dat dit belangrijk is omdat telers in de provincie geprobeerd hebben het risico op verwelkingsziekte te vermijden door hun eigen plantmateriaal te ontwikkelen, waardoor er variaties in de bomen zijn ontstaan. In sommige Fan Retief plantages wijken de bomen af van de kenmerken van dit ras. Hij legt uit dat er DNA-testen nodig zijn om de authenticiteit van het plantmateriaal te bevestigen. Hiervoor zou de hulp van de South African Plant Improvement Organisation SAPO ingeroepen kunnen worden. 

Trellissystemen
Smith vertelt dat het ITSC geëxperimenteerd heeft met diverse trellissytemen om de productie-efficiëntie te verhogen. De uitkomsten hiervan waren echter beneden verwachting. Er zijn wel aanwijzingen dat nauwkeurige afstemming van dit soort systemen tot een betere productie kan leiden. Momenteel worden er dan ook vier systemen geëvalueerd op de testlocatie in Bien Donné. "Door gebruik te maken van een beurtjaren-systeem hopen we de productie met 30% tot 60% te verhogen," legt Smith uit. De plantdichtheid zal van 500 tot 800 bomen per hectare variëren afhankelijk van de resultaten die de proeven op Bien Donné opleveren. 

De hoop is dat deze nieuwe systemen de productie zal verbeteren op het gebied van landgebruik en arbeid. Momenteel worden de bomen geplant met een afstand van 5 tot 4 meter. Zodra de bomen ouder worden, worden ze breder waardoor tractoren de boomgaard niet meer in kunnen. Fruitplukkers zijn zodoende veel tijd kwijt aan het heen en weer lopen om hun manden te legen. Ook wordt de gewasbescherming hierdoor bemoeilijkt en moet deze vaak met de hand worden gedaan. 

Afschrijven kosten
De kosten van alternatieve systemen en de impact van de hogere productie per hectare zal onderzocht worden om telers te helpen bij het berekenen van de winstgevendheid van hun investeringen. Guavebomen hebben een langere levensduur dan hardfruitbomen en gaan tot wel 40 jaar mee. Smith vertelt dat het de investering waard is om de toegankelijkheid van de boomgaarden te verbeteren waardoor de winstgevendheid op de langere termijn ook groter wordt. De eerste resultaten zullen volgens Smith mogelijk al binnen drie tot vier jaar te zien zien, mits de groeiomstandigheden optimaal blijven. Deze resultaten zullen de Zuid-Afrikaanse guavesector helpen om een betere concurrentiepositie te verwerven. 


Publicatiedatum: