Het Basque Institute for Agricultural Research and Development, NEIKER-Tecnalia, heeft een onderzoekproject afgesloten. Tijdens het project werd onderzocht welke aardappelsoorten zich het beste aanpassen aan de verwachte klimaatveranderingen. Deze klimaatveranderingen houden onder andere in dat er minder neerslag zal vallen en dat de temperaturen extremer zullen zijn. Het project identificeert aardappelgenen die bruikbaar zijn om nieuwe aardappelsoorten te ontwikkelen. Deze soorten zouden zich uiteindelijk kunnen aanpassen aan de klimaatveranderingen. Het onderzoek wil ook achterhalen hoe de huidige aardappelsoorten functioneren bij meer droogte en hogere en lagere temperaturen. Het project wil het concurrentievermogen in de landbouwsector verbeteren en tegelijkertijd streeft het project naar duurzame landbouw.
Aardappelen (Solanum tuberosum)
De aardappel is, na tarwe en rijst, het derde belangrijkste voedingsgewas ter wereld. De meeste aardappelsoorten die momenteel verbouwd worden, kunnen zich niet aanpassen aan de mogelijke klimaatveranderingen. Niet-gecultiveerde aardappelsoorten bevatten echter genen die bestand zijn tegen druk. Deze genetische soort groeit in de Andesregio van Peru en Bolivia. Het doel van dit project is om de kiemplasma van gecultiveerde en niet-gecultiveerde gewassen te karakteriseren, met betrekking tot de resistentie en tolerantie tegen biotische en abiotische druk. Dit doen ze door verschillende moleculaire technieken toe te passen en door de kiemplasma uit te breiden door middel van genetische verbetering.
Genetische onderzoeken bieden de kans om de karakterisering van de kiemplasma effectief uit te voeren en om kweekprogramma's te versnellen. De detectie van deze genen maakt het mogelijk om ze toe te passen in Marker Assisted Selection (MAS) in het kader van de verbeteringsprogramma's. Ook wordt onderzocht wat de specifieke effecten zijn van de allelen in deze genen, waardoor ze uiteindelijk geselecteerd en gecombineerd zullen worden.
Het onderzoek is een onderdeel van het Papaclima project en wordt ontwikkeld in samenwerking met NEIKER-Tecnalia, La Molina Agrarian University (Peru), INIAP (Ecuador) en de Universiteit van San Francisco (Ecuador). Het onderzoek wordt gefinancierd door FAO.
Voordelen van het onderzoek
De onderzoeksgroep van het project verwacht dat minstens 1.500 telers en hun families geholpen zullen worden. Productieverliezen worden voorkomen door de nieuw ontwikkelde aardappelsoorten die zich aanpassen aan klimaatveranderingen. Hierdoor wordt de voedingszekerheid gegarandeerd en groeien de inkomsten van de lokale telers. Het project zal ook bijdragen aan het veranderen en het verbeteren van de voedingszekerheid van telers die slechte toegang hebben tot grondstoffen. Dit doen ze door duurzaam management van plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw te versterken.
Daarnaast zal de aardappelteelt de komende jaren met 10% toenemen, vooral in regio's met ongunstige klimaatomstandigheden. Het project kan het aardappelteeltgebied uitbreiden, waardoor de impact van het verlies van genetische diversiteit en van verwoestijning verminderd zal worden. NEIKER-Tecnalia heeft genetische informatie van elke aardappelsoort verzameld op het moment dat het gewas onder druk stond. Hierbij valt te denken aan droogte, koude of hitte. Op deze manier kan er waargenomen worden welke genen zich uiten als de plant onder druk staat.
Het identificeren van de genen is een essentiële eerste stap om nieuwe soorten te ontwikkelen. Daarna worden de bestaande allelen van deze genen geanalyseerd en worden de effecten van elke specifieke allel in een spanningssituatie bepaald. Vervolgens worden de tegenhangers geselecteerd en gecombineerd in de verbeteringsprogramma's. Het geeft ook essentiële informatie over hoe huidige soorten zullen reageren op de effecten van klimaatveranderingen.
bron: neiker.net