In 2014 lag het aandeel aantoonbaar duurzaam ingekochte verse groenten en fruit op 79% en in 2015 op 60%. Het aandeel aantoonbaar duurzaam was in 2015 lager, doordat enkele convenantpartijen (supermarkten/leveranciers) niet over 2015 konden rapporteren en doordat enkele partijen niet altijd de informatie konden leveren waaruit blijkt dat de producten duurzaam waren geproduceerd. Omdat dit probleem in 2014 minder speelde, zijn de cijfers over de jaren 2014 en 2015 niet goed te vergelijken (PwC). Er kan niet geconcludeerd worden dat er minder duurzaam geproduceerde groenten en fruit zijn ingekocht, omdat de indicator de inkoop betreft van aantoonbaar duurzame producten.
In juni 2012 is door een consortium bestaande uit een groot aantal supermarkten, handelsbedrijven en maatschappelijke organisaties, het convenant 'verduurzaming inkoop verse groenten & fruit' ondertekend (Sustainability Initiative Fruits and Vegetables, SIFAV). De concrete doelstelling is dat in 2020 de inkoop van verse groenten en fruit uit BCSI-risicolanden door de afzonderlijke ondertekenaars uit de private sector voor 100 procent duurzaam geproduceerd is. Voor 2014 is het streven 30% en voor 2015 is het 50%. Het Initiatief Duurzame Handel (IDH) coördineert het programma dat uit het initiatief is voortgekomen. Het IDH-programma richt zich op de afzonderlijke deelnemers aan het convenant en op de Europese markt en houdt zich bezig met markttransformatie, mondiale standaardisering en ondersteuning van producenten.
Bananen
Er is nog een andere indicator voor verse groenten en fruit. Het CBS monitort ook specifiek het aandeel duurzaam gelabelde bananen in de Nederlandse supermarkten.
De banaan is, na de sinaasappel, de best verkochte exoot in Nederland (GfK, 2014). In 2015 was naar schatting 48% van de door Nederlandse supermarkten verkochte bananen met een duurzaamheidskeurmerk gecertificeerd. In 2014 bedroeg dit aandeel circa 47 procent (CBS). Deze percentages zijn een benadering, omdat enkele aannames nodig waren.
Tussen de twee indicatoren bestaan de volgende verschillen:
- Herkomst: bij alle groenten en fruit wordt alleen gekeken naar producten die afkomstig zijn uit risicolanden; bij bananen wordt niet naar de herkomst gekeken.
- Definitie van het begrip duurzaamheid: bij groenten en fruit wordt per stap in de keten (terug) gekeken of het artikel duurzaam geproduceerd is; bij bananen wordt uitgegaan van het keurmerk dat tevens een waarborg biedt voor certificering van de gehele keten.
- Het artikel kan bij groenten en fruit als duurzaam gelabeld artikel in de schappen liggen, maar dat hoeft niet. Bij bananen wordt wel uitgegaan van de duurzaam gelabelde artikelen.
- Daarnaast bestaan er verschillen in de keurmerken voor duurzame productie.
Wereldwijde productie van duurzaam gecertificeerde bananen
Het aandeel duurzaam gecertificeerde bananen bedraagt naar schatting 4 à 8% van de totale wereldproductie in 2013. Dit is berekend op basis van de areaalgegevens van International Trade Center (ITC) voor duurzaam gecertificeerde bananen en van FAOSTAT voor het totale areaal aan bananen. Het exacte percentage kan niet worden vastgesteld. Er is weliswaar informatie over individuele keurmerken, maar een banaan kan meerdere keurmerken hebben.
Voor de monitoring van de verkoop van duurzame bananen in supermarkten worden de richtlijnen van het ministerie van Economische Zaken gevolgd. Zo worden consumentenartikelen in de Monitor Duurzaam Voedsel als duurzaam geclassificeerd als deze zijn voorzien van een duurzaamheidskeurmerk met onafhankelijke controle. Voor bananen betreft het dan de volgende keurmerken: Biologisch, Fairtrade/Max Havelaar en Rainforest Alliance. Fairtrade International en Rainforest Alliance publiceren jaarlijks de productiecijfers voor bananen. Deze cijfers zijn overgenomen door ITC, die ook productiecijfers voor biologische bananen weergeeft.
Bron: CBS