Consumenten hebben een voorkeur voor nectarines in plaats van perziken

Tot dusver verloopt het perziken en nectarineseizoen volgens hetzelfde tijdschema als vorig seizoen en is er nauwelijks overlap tussen de seizoenen in het zuiden en noorden van het land.

De productie beleeft de eerste week van juli zijn piek. Er is ongeveer 99.000 ton geoogst, wat een toename van 9% ten opzichte van vorig seizoen betekent hoewel de volumes wel onder het niveau van 2015 liggen toen de productie een volume van 120.000 ton bereikte.

Vanaf volgende week nemen de volumes geleidelijk aan af tot aan het einde van het seizoen. 60% van het beschikbare volume perziken is uit het zuiden van Italië afkomstig, terwijl 60% van de nectarines uit het noorden komt.

Het seizoen ging niet goed van start, zeker niet in vergelijking tot dat van vorig jaar, toen de aanvoer vanuit alle vroege regio's van de drie belangrijkste producerende landen laag was en de markt veel levendiger was. De situatie heeft zich inmiddels genormaliseerd hoewel de prijzen wel enigszins onder druk staan. Daarnaast is er ook veel concurrentie van overig zomerfruit zoals abrikozen, pruimen en kersen. Op dit moment lijken consumenten een voorkeur te hebben voor nectarines in plaats van perziken die het op markten in Oost-Europa ook nog eens op moeten nemen tegen product uit Spanje en Griekenland.

De prijzen zijn lager dan vorig jaar bij aanvang van het seizoen en dit zal de komende weken zo blijven. Momenteel wordt er op de exportmarkt (Duitsland etc) ongeveer €0,70 voor een punnet (1 kilo) nectarines betaald. Klasse A fruit wordt voor €1,05 tot €1,10 verkocht maar is voornamelijk bestemd voor de binnenlandse markt vanwege de beperkte beschikbare volumes. De beschikbaarheid zal blijven dalen evenals de volumes wat een positief effect op de markt zal hebben. Door het betere weer zou de consumptie aan moeten trekken wat eveneens gunstig is voor de inkomsten.