"Betere kans om Tanzaniaanse markt te betreden"
Aardappelexpertisecentrum geopend tijdens Tanzania Agribusiness Day
Bron: Netherlands-African Business Council (NABC)
's Ochtends werd het startschot gegeven voor het Center for Development of the Potato Industry in Tanzania, een project waarbij het Ministerie van Economische Zaken en Nederlandse ondernemers uit de aardappelsector gezamenlijk een expertisecentrum opzetten in het Tanzaniaanse stadje Mbeya. De Nederlandse overheid investeert bijna vier miljoen euro in dit centrum, terwijl negen bedrijven kennis aanleveren en meefinancieren. "Een perfect voorbeeld van het nieuwe Hulp en Handel beleid", aldus Professor Frank Wijnands, samen met Ingrid Korving van het Ministerie van Economische Zaken de drijvende kracht achter het centrum en nu projectleider.
Eén voor één zetten de negen vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven hun handtekening op een bord; om zo het officiële startschot van het aardappelcentrum te markeren. "Dit is een win-win situatie", aldus Wijnands. "Door bij te dragen aan dit centrum krijgen zij een betere kans om de Tanzaniaanse markt te betreden. Tegelijkertijd zal het centrum de waardeketen van de aardappel in Tanzania een stimulans geven door nieuwe technieken en pootgoed uit te lichten op een demonstratie-teeltbedrijf. Tanzaniaanse aardappeltelers kunnen hun oogst zo flink verhogen, wat een economische impuls geeft aan het platteland."
Jan Willem Sepers van Europlant is een van de ondertekenaars namens het bedrijfsleven. Hij ziet wel afzetmarkt in Tanzania, een land dat 23 keer de oppervlakte van Nederland heeft. "Ons bedrijf kan bijvoorbeeld 125 verschillende soorten pootaardappelen leveren. Echter in Tanzania gebruiken ze er maar twee. Wanneer de keten daar verder ontwikkeld wordt, neemt de vraag naar andere variëteiten toe."
Remko Kruithof, van Hanse Staalbouw, vult aan: "Tanzania heeft twee oogstseizoenen per jaar, en dan wordt de markt opeens overspoeld met aardappelen en zijn prijzen laag. We hebben recentelijk gekoelde opslagruimten ontwikkeld voor aardappelboeren in Kenia, die ook in Tanzania ingezet kunnen worden. Hiermee kan je je oogst veel langer goed houden, en die verkopen als de prijzen hoger liggen."
Kansen in groenten en fruit
Naast aardappelteelt liggen er nog veel meer kansen in het Oost-Afrikaanse land, betoogde Bert Rikken, de uitgaande landbouwraad van de Nederlandse ambassade in Kenia, die ook verantwoordelijk is voor Tanzania. Hij verwees naar een studie op het gebied van vers fruit en groenten. "We hebben in kaart gebracht wat er wordt geproduceerd en wie de partners zijn. Ik hoop van harte dat we voldoende geïnteresseerde mensen naar de Tanzania's zuidelijke hooglanden kunnen krijgen om dit verder te ontwikkelen."
Expertisecentrum "nog dit jaar van start"
De delegatie van het Tanzaniaanse ministerie van landbouw werd geleid door Mathew Mtigumwe. Hij is Permanent Secretary, dus de hoogste niet-gekozen medewerker van het ministerie. Mtigumwe blikte terug op een geslaagd evenement. Gevraagd hoe hij de aardappelindustrie in zijn land over vijf jaar hoopt aan te treffen reageerde hij met de wedervraag: "Hoezo over vijf jaar? Ik verwacht al een enorme boost in de aardappelindustrie binnen één jaar!" Ook de Nederlanders willen vaart zetten achter het aardappelcentrum. "Nog dit jaar willen we de exacte locatie, ergens nabij het stadje Mbeya, rond hebben en van start gaan", aldus Frank Wijnands, de projectmanager van het expertise centrum.
Bron: Agroberichten Buitenland