Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Foodexport naar Verenigd Koninkrijk weer op koers?

In de eerste drie maanden van dit jaar is de Nederlandse foodexport met gemiddeld 9,4% gestegen. Ook in 2016 steeg de export van voedingsmiddelen al en de exportwaarde van voedingsmiddelen ligt nu boven EUR 5 mrd per maand. Een deel hiervan is wederuitvoer (22%), maar het grootste deel is de uitvoer van Nederlandse foodproducten. De stijging van de exportwaarde heeft onder meer te maken met hogere prijzen voor een aantal voedingsmiddelen, zoals varkensvlees en zuivel.

Opvallend is dat er met name sprake is van een groei naar landen in de EU. De uitvoer naar België steeg met 16% en de uitvoer naar Frankrijk met 13%, terwijl de uitvoer naar Azië in de eerste twee maanden van dit jaar daalden. De export van vlees naar Azië steeg nog wel (26%), maar met name de export van vis nam af.

Ook export naar het Verenigd Koninkrijk is gestegen
Opvallend genoeg steeg ook de export naar het Verenigd Koninkrijk (4,5%). In 2016 kreeg de export naar het Verenigd Koninkrijk nog een knauw: door de uitkomst van het Brexit-referendum daalde het Britse pond en werden agrifood producten uit Nederland duurder. Het pond heeft zich enigszins hersteld, maar de koers ligt nog laag in vergelijking tot het pre-Brexit niveau. Toch steeg de de export naar het Verenigd Koninkrijk. Ligt de foodexport dan weer op koers?

Voor dit jaar verwacht ABN AMRO een stabiele pond, maar in 2018 zal het pond naar verwachting met circa 5% dalen. Op de korte termijn is de daling van het pond dus belangrijk voor de ontwikkeling van de export naar het Verenigd Koninkrijk. Dat betekent dat de export in 2017 geen hinder hiervan zal ondervinden en pas in 2018 zal bljiken of het pond weer druk op de export zet. Op de wat langere termijn zullen de uitkomsten van de onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU cruciaal zijn voor de export van agrifoodproducten naar het Verenigd Koninkrijk. Voor de uitvoer van producten is uiteraard met name het handelsbeleid van belang.
Veel foodproducten zijn afhankelijk van de export naar Verenigd Koninkrijk

Veel producten zijn behoorlijk afhankelijk van de export naar het Verenigd Koninkrijk. Van de totale export in agrifoodproducten gaat er 10% naar het Verenigd Koninkrijk. Hiermee is het Verenigd Koninkrijk het derde exportland voor voedingsmiddelen uit Nederland, maar er zitten grote verschillen tussen de verschillende type producten. Zo is de vleessector voor 15% van zijn export afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. Bij vis ligt dat percentage een stuk lager. Voor de visserij geldt dat zij zich in het kader van Brexit met name zorgen maken om de toegang van EU schepen tot Britse visgronden.

Zoals uit onderstaande grafiek blijkt kan het Verenigd Koninkrijk slechts voor 54% in haar eigen voedsel voorzien. De EU is dan ook zeer belangrijk in de voeselvoorziening van het Verenigd Koninkrijk. Maar liefst 27% van al het voedsel dat geconsumeerd wordt in het Verenigd Koninkrijk komt uit de EU. Nederland is van alle EU landen het belangrijkste herkomstland; gevolgd door Ierland en Frankrijk. De afhankelijkheid van andere delen van de wereld is minder groot.

Een uitkomst van de onderhandelingen zou kunnen zijn dat er importtarieven geheven worden op verschillende agrifoodproducten. Dat maakt die producten duurder en dus minder aantrekkelijk voor Britse consumenten. Ze zullen dan eerder kiezen voor producten uit bijvoorbeeld eigen land of uit landen buiten de EU. Maar dat moet dan wel mogelijk zijn. De zelfvoorzieningsgraad is een belangrijke factor om in te kunnen schatten of de consumenten veel keuze daarin hebben.

Op onderdelen is het Verenigd Koninkrijk zeker wel zelfvoorzienend. De landbouw is een belangrijke sector in het Verenigd Koninkrijk en 71% van het land wordt gebruikt voor de landbouw. Het grootste deel van het land gaat naar akkerbouwproducten, zoals tarwe en gerst (19%) en slechts 1% wordt gebruikt voor tuinbouw. Dat betekent dat het Verenigd Koninkrijk relatief veel granen tot haar beschikking heeft, maar vrij weinig verse groente en fr

In sommige gevallen is de kans groot, dat het Verenigd Koninkrijk meer zal consumeren uit eigen land of zal importeren uit landen buiten de EU, bij bijvoorbeeld pluimveevlees is dit het geval. In andere gevallen is, door de lage zelfvoorzieningsgraad, de kans kleiner dat ze hun volledige behoefte buiten de EU kunnen halen; zoals bij groente en fruit. Andersom kan het ook zo zijn dat producten uit het Verenigd Koninkrijk duurder worden voor consumenten uit de EU, dat zou een kans voor Nederlandse agrifoodbedrijven kunnen zijn.

In bovenstaand stuk lijkt het met name te gaan om verse producten, maar het grootste deel van voeding dat geïmporteerd wordt door het Verenigd Koninkrijk betreft verwerkt voedsel. Het gaat om licht verwerkt voedsel, zoals vlees, kaas en boter en hoog verwerkt voedsel, zoals koekjes, ijs of ingeblikt vlees. In 2016 maakte het licht verwerkt voedsel het grootste deel uit (44%) van de totale import van voedingsmiddelen in het Verenigd Koninkrijk en het hoog verwerkte voeding 37%.

Dat betekent dat niet alleen de agrarische sector, maar ook zeker de voedingsmiddelenindustrie een groot belang heeft bij het goed verlopen van de onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU.

Bron: ABN Amro
Publicatiedatum: