Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Voedingswaarde Italiaanse witte uien hoger in het voorjaar

In de regio Campania worden veel uien geteeld (Allium cepa L.), met name op de laagvlaktes van Nocerino-Sarnese en Stabiese-Vesuvio. Het witte ras Bianca di Pompei is het populairst en is ontstaan uit een serie ecotypes, die een karakteristieke vorm (afgeplatte bol) en kleur (wit-groenig) hebben. 



De verschillende ecotypes onderscheiden zich vooral op het gebied van rijping en oogstperiode, die van februari tot juni loopt, en waaraan zij hun namen danken: Febbrarese, Marzatica, Aprilatica, Maggiaiola en Giugnese. Telers kunnen hierdoor de markt maandenlang verse uien leveren en hebben geen last van opslagproblemen en -kosten.

Onderzoekers van de Universiteit van Salerno, CRA-ORT Pontecagnano en CNR-IMM uit Naples brachten de kenmerken van 5 ecotypes van de Bianca di Pompei ui in kaart. Zo werden de chemische samenstelling en antioxidatieve eigenschappen onderzocht. De vluchtige bestanddelen, organische zuren en het gehalte aan polyfenolen en suikers werd geanalyseerd evenals de antioxidant werking en de scherpe smaak. De onderzochte uien werden aan het einde van hun individuele groeicyclus geoogst tussen februari en juni.

Het totale gehalte aan vluchtige bestanddelen, voornamelijk zwavel, waren in de Aprilatica uien beduidend hoger dan bij de andere rassen. De nutraceutische waarde, beoordeeld op basis van het fenolenprofiel en de antioxidantwerking, was hoger bij uien die in het voorjaar geoogst werden. De scherpte, uitgedrukt in pyrodruivenzuur, was bij alle ecotypes hoog met een interval tussen de 9 en 14 mg pyrodruivenzuur per gram.

Het profiel van organische zuren (appelzuur, citroenzuur, barnsteenzuur, pyrodruivenzuur, ascobinezuur en wijsteenzuur) toonde aan dat het gehalte appelzuur (tussen de 58 en 79 mg/100 gram vers gewicht) en citroenzuur (tussen 20 en 63 mg/100 gram vers gewicht) bij alle types hoog was. Van de oplosbare suikers (fructose, glucose en sucrose) was fructose het meest aanwezig met een gehalte tussen de 1,74 tot 2,26 gram/100 gram vers gewicht.

Over het algemeen toonden de resultaten aan dat de temperatuur van invloed is op de kwaliteitsparameters. Aprilatica, Maggiaiola en Giugnese uien, die geteeld worden in de warmere periode, hadden een hoger gehalte aan zwavel ten opzichte van de Febbrarese en Marzatica uien. Het fenolenprofiel en de antioxidantwerking waren ook hoger bij uien die in het vroege voorjaar geoogst werden.


Bron: Loredana Liguori, Rosa Califano, Donatella Albanese, Francesco Raimo, Alessio Crescitelli, Marisa Di Matteo, 'Chemical Composition and Antioxidant Properties of Five White Onion (Allium cepa L.) Landraces', 2017, Journal of Food Quality, Article ID 6873651, 9 pages, doi.org/10.1155/2017/6873651
Publicatiedatum: