De mededingsautoriteit CNMC heeft Renfe en Deutsche Bahn Group een boete van €75,6 miljoen opgelegd voor het belemmeren van de liberalisering van het goederenvervoer over het spoor. Dit heeft betrekking op overeenkomsten die de concurrentie binnen het transport van AGF over het spoor nadelig hebben beïnvloed waardoor deze vorm van transport niet economisch rendabel is.
Het CNMC meent dat de handel tussen diverse EU-landen gehinderd is door overeenkomsten waarbij de betreffende bedrijven zich gepositioneerd hebben als geprefereerde leveranciers ten opzichte van hun concurrenten en waarbij de concurrentie tussen Renfe en Deutsche Bahn beperkt bleef.
Het CNMC maakt melding van de onderstaande overtredingen:
"De voortdurende schending van artikel 1 van de mededingingswet (LDC) en artikel 101 van het Verdrag betreffende de Werking van de EU (TFEU), door het beperken van de concurrentie door meerdere bedrijven van Renfe (Renfe Operadora en Renfe Mercancías) en Deutsche Bahn (Transfesa, Transfesa Rail, PIF, Hispanauto, Semat, DHIB, DB ML en DB SR Deutschland).
De overtreding van artikel 2 van de LDC en artikel 102 van de TFEU door onrechtmatig commercieel machtsmisbruik van het goederentransport in Spanje waardoor met name het spoorwegbedrijf AEFP gedupeerd is.
Renfe Group en Deutsche Bahn Groep zijn respectievelijk de eerste en tweede grootste spoorwegvervoerders in Spanje met een gezamenlijk aandeel van 80%.
Overeenkomsten
Het CNMC is verder van mening dat de overeenkomsten van Renfe Group en Deutsche Bahn Group gevolgen hebben gehad voor de concurrentie. Door deze samenwerking hebben beide partijen elkaar niet beconcurreerd maar de status quo behouden van voor de liberalisering van de Spaanse spoorwegen.
Beide bedrijven wisten zich op deze manier te positioneren als bevoorrechte opdrachtgevers en leveranciers door afspraken over bijvoorbeeld de huur van locomotieven en opslagfaciliteiten te maken. Hierdoor kwam het er op neer dat de enige concurrent van Renfe Transfesa was, een bedrijf van de Deutsche Bahn Group, waardoor Renfe de enige op de Spaanse markt was met zijn eigen tractiecapaciteit ten nadele van overige partijen.
Machtsmisbruik Renfe
De CNMC oordeelt verder dat Renfe andere partijen heeft benadeeld, in het bijzonder de AEFP, door andere voorwaarden te hanteren dan die voor de Deutsche Bahn Group.
Hierdoor kreeg Deutsche Bahn een voorkeursbehandeling voor het leveren van tractiediensten. Bovendien legde Renfe Transfesa Group geen boetes op in het geval van annulering van goederentransporten maar deed dit wel bij andere concurrenten.
In zijn verklaring maakte CNMC bekend dat er geen beroepsprocedure tegen de uitspraak mogelijk is naar dat er binnen twee maanden na uitspraak een juridisch administratief beroep ingediend kan worden bij het Nationale Gerechtshof.
Bron: hortoinfo.es