De aardappelkalender - wat gebeurt er wanneer?
Januari tot juni – de vroege aardappeltijd
Al aan het begin van het jaar worden de vroege aardappelen fit gemaakt voor het poten dat voor de deur staat. Ze worden in kisten in speciale ruimtes voorgekiemd, om vervolgens in februari/maart gepoot te worden. Aangezien het in deze maanden nog zeer koud kan zijn, worden er vliesafdekkingen over de aardappeldammen gelegd. Deze beschermen aan de ene kant tegen vorst, aan de andere kant slaan ze de warmte van de zon op, waardoor de groei bevordert wordt. In juni begint de oogst van de vroege aardappelen. Bij deze aardappelen is de houdbaarheid beperkt: ze kunnen maximaal twee weken bewaard worden.
April tot september – het hoofdseizoen
In april, dus twee maanden voordat de vroege aardappelen geoogst worden, worden de latere rassen gepoot. Tijdens de groei hebben ze veel verzorging nodig; hiertoe horen bemesting, gewasbescherming en eventueel beregening. De aardappelen groeien onder de grond en worden vervolgens tussen augustus en september geoogst – en wel zodra de bladeren van de planten verwelkt zijn. Pas dan hebben de aardappelen een vaste schil en zijn ze geschikt om voor langere tijd opgeslagen te worden.
September tot januari – tijd van grondonderzoek
Om de aardappelen in opslag een goede overwintering mogelijk te maken, worden ze bij een constante temperatuur van 4-5° C gekoeld en geventileerd– zo blijven ze maandenlang houdbaar en vers.
Overigens: aardappelen zouden slechts elke drie tot vier jaar op dezelfde akker geteeld moeten worden. Zo wordt een probleemloze groei van de planten bevordert en ook voor de resistentie tegen bepaalde soorten ongedierte speelt de tijdelijke afstand een grote rol. In de tussentijd kan men op het areaal bijvoorbeeld graan, radijs of sla telen.
Zodat de telers veel over hun grond te weten komen, worden er regelmatig monsters genomen die gecontroleerd worden op humusgehalte en voedingsstoffen zoals stikstof, fosfor, kalium, magnesium en sporenelementen. Zo is men zo goed mogelijk voorbereid op het poten en kan men met een speciaal aangepaste bemesting ideale omstandigheden voor de aardappelen c.q. andere planten voor de vruchtwisseling creëren.