Thol
en – Voor arbeiders op de plantages maakt het niets uit of een plantage een keurmerk of certificaat heeft of niet. Dat is de conclusie van een rapport van Somo. De organisatie deed onderzoek naar de effecten van de certificeringen en keurmerken op de arbeidsomstandigheden op plantages.
De studie onderzoekt de impact van keurmerken in verschillende sectoren. Specifiek voor de AGF verwijzen de onderzoekers naar een studie van LEI (Wageningen University and Research Centre). In dat onderzoek werd gekeken naar de impact van Fairtrade op arbeiders op plantages in Ghana, Colombia en de Dominicaanse Republiek. De conclusie was dat “arbeiders op Fairtrade gecertificeerde plantages vaker een verbetering in termen van gezondheid en veiligheid zien.”
In Trouw reageert Peter d’Angremond directeur van Stichting Max Havelaar. Hij wijst op de lage prijzen voor grondstoffen, waardoor ook de arbeiders op Fairtrade plantages niet het leefbaar loon ontvangen. Door de extreem lage wereldmarktprijzen ligt een leefbaar loon buiten bereik. Daar komt bij dat de productielanden ook te maken hebben met hun concurrentiepositie met andere landen. Te grote verschillen prijst een land uit de markt. Daar bovenop komt de scheve machtsverhouding.
Peter: “Op een grote bananenplantage is de onderhandelingspositie van werknemers minimaal. Daarom eisen we van gecertificeerde plantages dat ze lidmaatschap van de vakbond promoten. Ook trainen we werknemers in collectief onderhandelen.”
Ook importeurs in Westerse landen zien problemen met het leefbaar loon en de gevolgen daarvan in een concurrerende markt. Peter legt uit dat deze bedrijven waarmee Fairtrade zaken doet een faillissement vrezen als andere partijen in de sector niet meedoen.