Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
"Hoe meer je de natuur treitert, hoe sterker ze terugslaat"

Biologisch fruitteler Kees Konijn van Beemsterfruit Boer van de Maand

Kees Konijn is nu tien jaar biologisch fruitteler in de Beemster. Eerder dit jaar won hij met zijn appelsap de Prisma Appelsaptrofee. Zijn sap stak, naar verluidt, met kop en schouders boven de andere sappen - ook niet de minste - uit. Deze weken komen zijn Elstar appels en Conference peren weer in groten getale van de boom. Een mooi moment voor noordhollandsegrond – de campagne van de provincie Noord-Holland ter promotie van de biologische landbouw - om Kees Konijn uit te roepen tot Boer van de Maand september 2009.



Kees, allereerst, hoe ben je in de fruitteelt beland?
‘Wij zijn al de vierde generatie fruitteelt. Ik heb er zelf geen opleiding voor gedaan. Op een gegeven moment werd mijn vader ziek. Ik zat in die tijd in militaire dienst en iemand moest het bedrijf overnemen. Toen werd ik ook maar ziek… Ik ben er dus min of meer ingerold en er zijn nog wel momenten dat ik denk: was ik maar iets anders gaan doen’.

Voor de hand liggende vraag: wanneer heb je dat soort gedachten?
'Vooral tijdens de dagen met nachtvorst. Dat zijn zware momenten, dan ben je drie, vier nachten in de weer terwijl het werk overdag ook door moet gaan. Dat breekt je wel op.’

Hoe ziet een gemiddelde dag eruit?
'Niet één dag is hetzelfde. Je maakt een groot raamwerk voor de dag, maar heel vaak gebeuren er onverwachte dingen die dat doorkruisen. Ik sta om ’s morgen om half zes op en als ik ’s avonds binnen kom is het half tien. Je bent constant bezig met het regelen van van alles; personeelsdingen, zaken rond het koelen van het fruit enzovoort, enzovoort.’

Toen je begon, werkte het bedrijf nog gangbaar. Wat bewoog je om voor biologisch te kiezen?
‘Dat is een geleidelijk proces geweest. Op een ochtend word je wakker en denk je ‘nu zit ik er toch wel heel dicht tegen aan. Je realiseert je dat je al allerlei maatregelen hebt genomen, milieukeurmerk, vlinderbescherming… En dan lijkt het opeens logisch om ook die laatste stap te zetten en helemaal voor biologisch te gaan. In de loop van de tijd had ik toen al ontdekt: hoe meer je de natuur treitert, hoe sterker ze terug slaat. Bij de bestrijding van insecten merk je bijvoorbeeld: je kunt de hele boel wel plat spuiten, maar via een omweggetje krijg je dan toch van de natuur een tik in je rug terug. Ik vond het fascinerend om te zien hoe de natuur, als je haar in het wilde weg gaat bestrijden, zijn eigen wegen zoekt.’

Toen wij tien jaar geleden dit perceel van negen hectaren kochten, bleek de bodem door de voorgaande huurders helemaal te zijn 'uitgemolken', hij bleek helemaal dood. Dat heb ik toen echt onderschat. Ik dacht: Beemster grond is prima, wat kan me gebeuren. Maar ik kwam steeds weer nieuwe problemen tegen. Bij het vinden van oplossingen ben ik bijna ongemerkt steeds meer richting de biologische landbouw opgeschoven. Het ene stimuleren om het andere te voorkomen; als je eenmaal oog hebt voor de samenhang in de natuur is dat zo verschrikkelijk boeiend, dan blijf je daar gewoon mee bezig.’

Toch: voor biologisch kiezen, heeft nogal wat consequenties…
‘Klopt, maar we zaten er al zo dicht tegen aan en het is ook zo: je kunt makkelijk terug van biologisch naar gangbaar, maar omgekeerd niet. We hebben in het begin wel samen een grens afgesproken: ‘we gaan tot zover en als we het dan niet goed genoeg doen, gaan we terug naar gangbaar. Vervolgens hebben we die grens trouwens wel vier keer verlegd… Maar achteraf ben ik toch blij dat we vol hebben gehouden.’

Wat waren de dingen die speelden bij jullie afweging om wel of niet door te gaan?
'In eerste instantie gaan je inkomsten geweldig naar beneden. Je denkt ‘dat doe ik wel even’, maar dat is niet zo. Het eerste jaar in omschakeling leek het allemaal een eitje: mooie vruchten, goede bladstand, maar we zijn er in de paar jaar daarna toch 50% op achteruit gegaan.’

En waar zat hem dat dan in?
Die extra kosten zitten vooral in de voedingselementen, die moeten op een andere manier opgenomen worden. De bomen hebben de jaren daarvoor flink te lijden gehad onder de bespuiting. De biologische teelt vraagt een compleet andere manier van kijken. Je komt insecten tegen waarvan je je afvraagt hoe ga ik daar mee om. Je weet in het begin niet hoe je je fruit aan de markt kwijt moet raken en dan is het een kwestie van doorbuffelen.

We ontdekten dat de natuur zich over het algemeen voor 80 % herstelt. Als je een opbrengst van 100% wil, moet je niet voor biologisch kiezen. Plaaginsecten breiden zich uit en dan duurt het even voordat de natuur ingrijpt. We helpen haar door de aanwezigheid van natuurlijke vijanden te stimuleren, maar dat lukt niet altijd meteen.’

Intussen is niet alleen jouw fruit, maar ook jouw appelsap beroemd…
‘Dat is waar, maar dat appelsap zie ik toch meer als hobby. Het belangrijkste vind ik het om mooie appels in de winkels te krijgen. We hebben nu al een aantal jaar een afspraak met Udea (de groothandel voor verse biologische producten, red.) die er voor zorgt dat alle Elstar appels en Conference peren die in de schappen van de Natuurwinkels liggen van mij afkomstig zijn. Dat biedt me een bepaalde mate van zekerheid. Daar ben ik heel zuinig op, ik zie het ook wel als een eer dat ze die relatie met me aan wilden gaan. Ik hoef ook niet de hoogste prijs te krijgen, een keertje pieken is geen kunst, mij gaat het om de hoogst mogelijke middenprijs.’

Maar toch nog even over dat appelsap, je werd dit jaar kampioen, waar was dat?
‘Het ging om de Prisma Trofee. Prisma is een vereniging van fruittelers en zij schrijven al een aantal jaar een verkiezing uit voor de Prisma Appelsaptrofee. Ze hadden me al eerder gevraagd en nu dacht ik, laat ik maar eens meedoen. Ik wist natuurlijk door reacties van mijn afnemers wel dat mijn sap goed was, maar dat ik zo goed uit de bus zou komen, had ik niet verwacht. Toch leuk natuurlijk .’

Je hebt tien hectare fruitgaard, hoeveel soorten appels teel je?
‘Eén, de Elstar. Dat strookt niet helemaal met de biologische gedachte, maar economisch was het de beste keuze.’

Hoeveel oogst je jaarlijks?
‘Ongeveer 180 ton appels en 200 ton peren. En dat fluctueert per jaar. Dit is een heel goed jaar, en dat betekent dat het volgend jaar een stuk minder zal zijn. We hebben nu een zware oogst hangen, en dan is de knopvorming volgend jaar minder. Dat laat zich veel minder sturen dan in de gangbare teelt.’

Welke invloed hebben bepaalde weersomstandigheden op je oogst?
‘Het weer speelt een belangrijke rol, al is het niet makkelijk om er precies een vinger op te leggen. Maar flinke nachtvorst bijvoorbeeld kan voor een behoorlijke beperking van je opbrengst zorgen. ‘

En klimaatverandering..?
‘Dat is een voordeel. Ik zie die verandering ook niet meteen als alleen maar het gevolg van wat wij hier als mensen op de aarde uitspoken. Ik geloof persoonlijk dat natuurlijke fenomenen als bijvoorbeeld El Ninjo een belangrijkere rol spelen. Alles hangt wel samen, we moeten dus zeker goed blijven nadenken over hoe we met energie en het milieu omgaan.’

Je hebt een grote passie voor het biologisch telen. Wat vind je er het leukste aan?
‘Het telkens al in proberen te schatten wat er in de natuur sstaat te gebeuren en dat dan in goede banen leiden. Daar komt een hoop pionieren bij; je vindt steeds opnieuw het wiel uit, maar dan steeds net weer anders, omdat ook de omstandigheden steeds weer iets veranderen. Of het nu gaat om insecten- of onkruidbestrijding, boomopbouw… het houdt nooit op. Soms krijg je er een punthoofd van. De schuur staat inmiddels vol met technische hulpmiddeltjes die het toch niet helemaal bleken te zijn..’

Wisselen jullie als telers onderling kennis uit?
‘Ja, dat doen wel. Maar Beemsterklei is natuurlijk niet te vergelijken met bijvoorbeeld polder- of zandgrond. Dat maakt dat je toch veel zelf uit moet vinden en dat houdt het ook leuk.’

Wat vind je van het huidige biologische landbouwbeleid?
'Eén zaak die me echt dwars zit, is het steeds meer op één hoop gooien van biologische en streekproducten, terwijl dat toch echt twee totaal verschillende dingen zijn. Daar wordt veel te makkelijk overheen gestapt.

Iets anders is, dat boeren en tuinders die omschakelen naar de biologische werkwijze nu flink ondersteund worden – wat ook goed is, natuurlijk – maar hoe komen ze aan hun kennis over de biologische teelt..? 
Van de bestaande telers. Die krijgen daar niks voor en helpen in zekere zin een concurrent op de been. Zelf heb je dan al het nodige leergeld betaald voor bepaalde keuzes waar je de nieuwkomers voor kunt behoeden, maar daar krijg je niks voor. Dat is toch een beetje scheef, degenen die zorgen voor het doorgeven van die kennis zouden een vergoeding moeten krijgen, dan ben je goed bezig.’

Hoe denk je over de opmars van keurmerken de laatste tijd?
‘Het Ekokeurmerk is op zich prima, lekker helder. Al die andere keurmerken heb je wat mij betreft allemaal niet nodig. Het gaat er om dat je de consument niet teleurstelt. Kijk naar ons: wij telen bulk, maar toch word ik elke keer door de consument , de expert, afgerekend op die ene appel die hij proeft. Dan kun je er nog zo een mooie verpakking omheen doen en er drie keurmerken op plakken, dat maakt uiteindelijk geen enkel verschil. Het telen van een smaakrijk product en het hebben van een goede afzetorganisatie, daar gaat het om.’

Hoe zie je de toekomst van de biologische fruitteelt in Nederland?
‘Ik maak me daar zorgen over. Een bankdirecteur die kijkt naar het rendement van mijn negen hectaren , en de risico’s die we lopen, zegt: je moet die grond verkopen… Wij klagen niet, want we doen het goed en hebben ook niet zoveel nodig, maar als je kijkt naar de manier waarop er wordt geknepen op de prijzen die producenten van de retail krijgen, is dat een grof schandaal. Dat ene dubbeltje per kilo maakt voor een consument echt niet het verschil, maar voor de producenten wel.

En er zijn wel meer bedreigingen, zoals de gentechniek. Daar zit zo een machtige lobby achter. Straks heb je fruit dat dankzij die gentechniek nauwelijks bespoten hoeft te worden. Daar kunnen ze consumenten mee lokken, want die kijken juist naar dat spuiten en hebben veel minder oog voor alle andere aspecten van de landbouw. Anderzijds geloof ik toch dat er voor een goed stukje biologisch fruit altijd een markt zal blijven bestaan.’

Voor meer informatie over de campagne: www.noordhollandsegrond.nl



Publicatiedatum: