Bacterievuur, dat zijn naam dankt aan de vervormde, zwartgeblakerde bladeren die het veroorzaakt, kan een boomgaard in één seizoen verwoesten.
Telers zijn afhankelijk van antibiotica om de Erwinia amylovora bacterie onder controle te houden maar de ziekteverwekker is in veel gebieden inmiddels resistent geworden waardoor de toepassing van deze middelen in de toekomst een uitbraak niet meer zal kunnen voorkomen.
Studente Sarah Kostick, die onderzoek doet aan het Tree Fruit Research and Extension Center van de Universiteit van Washington (WSU), voert daarom een race tegen de klok. Zij experimenteert in het centrum van de appelteelt in Washington met honderden appelrassen in haar zoektocht naar de genen die weerstand bieden tegen deze verwoestende ziekte.
"Bacterievuur is één van de weinige ziekten die een serieuze bedreiging vormen voor de appelsector in de staat Washington," begint Kostick. De sector wordt jaarlijks getroffen door kleine uitbraken maar in 2015,2016 en 2017 was de schade aanzienlijk. Landelijk gezien kost de ziekte hardfruittelers jaarlijks zo'n €86,4 miljoen. Bacterievuur treft met name jonge, krachtige bomen. Oudere rassen, zoals Red Delicious, hebben in de regel een hogere weerstand tegen de ziekte dan nieuwe, populaire rassen. "We hebben nieuwe appelrassen nodig die bestand zijn tegen bacterievuur maar we moeten de hoge kwaliteit van het fruit weten te behouden," legt Kostick uit.
1.600 bomen geïnoculeerd, analyseren resultaten
"Zodra we deze gevonden hebben, kunnen we DNA-testen ontwikkelen waarmee telers de weerstand kunnen meten op basis van een eenvoudig weefselmonster," legt Kostick uit. "Als we hierin slagen dan zullen we jaren eerder weten of veelbelovende nieuwe appelrassen weerstand hebben of juist vatbaar voor bacterievuur zijn."
In de onderzoeksboomgaard van de WSU, in de buurt van Wenatchee, heeft Kostick de voorbije twee jaar meer dan 1.600 bomen van verschillende rassen geïnoculeerd met de bacterie en vervolgens de resultaten gemeten. Kostick analyseert haar bevindingen momenteel om de genen te ontdekken die bepalend zijn voor de weerstand van de bomen tegen deze ziekte.
Samenwerken met telers
Kostick is een nieuwkomer binnen de appelsector maar kwam tijdens een stage met de appelteelt in aanraking. "Ik geniet ervan om in het hart van de appelsector te werken. Ik heb veel gelegenheid om met telers van gedachten te wisselen over mijn onderzoek en de sector," vervolgt Kostick. "Ze zijn geïnteresseerd in wat ik doe omdat ze er profijt van kunnen hebben. Ze gaan moeilijke vragen niet uit de weg en dat is goed voor mij als student. Ze dagen me uit mij op mijn ideeën te blijven focussen."
Kostick is een nieuwkomer binnen de appelsector maar kwam tijdens een stage met de appelteelt in aanraking. "Ik geniet ervan om in het hart van de appelsector te werken. Ik heb veel gelegenheid om met telers van gedachten te wisselen over mijn onderzoek en de sector," vervolgt Kostick. "Ze zijn geïnteresseerd in wat ik doe omdat ze er profijt van kunnen hebben. Ze gaan moeilijke vragen niet uit de weg en dat is goed voor mij als student. Ze dagen me uit mij op mijn ideeën te blijven focussen."
Voor meer informatie:
Sarah Kostick
WSU Tree Fruit Research and Extension Center
Email: sarah.kostick@wsu.edu