In de afgelopen 18 seizoenen was er sprake van een duidelijk stijgende lijn in de kersenteelt van Argentinië. Het aantal binnengekomen ton op de Centrale Markt van Buenos Aires (MCBA) is zelfs verdubbeld. Het afgelopen seizoen kwam er 2.423 ton binnen, 8 % meer dan in het vorige jaar, toen dit cijfer rond de 2.242 ton lag.
Grafiek 1: Aanbod van kersen op de Centrale Markt van Buenos Aires (seizoenen 2000/2001-2017/2018)
Argentinië levert ongeveer 6.500 ton kersen, waarvan 80 % bestemd is voor de export. Het grootste deel, ongeveer 3000 ton, is afkomstig uit de provincies Neuquén en Río Negro, waarbij het grote aanbod in december opvalt: 1275,9 ton.
Het aandeel van Río Negro was 36,6 % van het totaal, gevolgd door Mendoza met 34,6 % en Chubut met 15,7 %. In dit laatste seizoen kwamen er 9 verschillende kersenrassen binnen op de MCBA, waarvan 20,4 % van de Bing variëteit was. Dit kersenras doet het goed en staat erom bekend goede prijzen op te leveren. Daarom zetten telers vaak vooral in op deze soort.
Grafiek 2: Deelname van de verschillende provincies in het aanbod van kersen. Seizoen 2017-2018
De kersenteelt in de provincie Mendoza bevindt zich vooral in het gebied dat bekend staat als Oasis Centro, bestaande uit de departementen Tupungato, La Consulta en Tunuyan; en Oasis Norte, een gebied dat grotendeels bestaat uit de gebieden Luján de Cuyo, Las Heras en Maipú. Ook in het oosten van de provincie bevinden zich echter gebieden in ontwikkeling.
Gedurende het seizoen 2017-2018 werden de eerste vruchten in Oasis Norte begin november geoogst, terwijl dat in Oasis Centro rond 20 november was.
Klimatologische aspecten
Over het algemeen was er sprake van goede agro-klimatologische omstandigheden in het seizoen 2017-2018. Gedurende de winter heeft de kers kou nodig. Deze wordt gemeten in UTAH eenheden (UF). In het gebied Perdriel werd er 1593 UF geregistreerd, en in Mendoza 1250 UF. De Bing variëteit heeft 1180 UF nodig, dus er was voldoende kou in 2017.
De warmte in de lente was vervolgens optimaal, waardoor de planten veel vrucht droegen.
De regenval in november en december, een periode vlak rond de oogst, lieten het belang zien van het gebruiken van soorten met een grotere tolerantie tegen barsten. Er werden namelijk schimmelziekten waargenomen die voornamelijk de latere variëteiten aantastten.