"Opslagcapaciteit zoete aardappelen Europa grote uitdaging voor jaarrond product"
Patrick FitzGerald op een veld in Portugal (links). Orleans zoete aardappelen (rechts).
De groeiende productie brengt een risico met zich mee. "Als de telers te zelfvoldaan raken met een ras na successen in goede seizoenen, willen ze misschien de oogst uitstellen om de opbrengst te vergroten en daardoor verliezen lijden. Als de bodemtemperatuur te lang net onder de tien tot vijftien graden Celsius komt, heeft dat een negatief effect," vertelt Patrick. Hoewel de opbrengst dan wel goed kan zijn, heeft de temperatuur vooral invloed op de opslagkwaliteit. De opslag is sowieso een uitdaging voor de Europese sector. "De opslagcapaciteit is een barrière voor een effectieve en winstgevende productie," signaleert Patrick. Dat ligt niet aan de beschikbare rassen, maar aan de infrastructuur in Europa.
Zoete aardappel is geen aardappel
De opslag begint met een fase waarin de zoete aardappelen op 28 graden Celsius en 85% luchtvochtigheid behandeld worden, waarna de temperatuur teruggebracht moet worden naar een graad of veertien en 85% luchtvochtigheid. "Dat is een kritieke fase voor de opslag verder in het seizoen," waarschuwt hij. "De telers moeten niet te snel bovenop deze trend springen, want dan krijg je problemen." Patrick ziet dat aardappeltelers zich op de zoete aardappel storten. Hij wijst er op dat aardappelen en zoete aardappelen twee totaal verschillende "organismen" zijn die een aparte aanpak vragen. "Zoete aardappelen vragen andere omstandigheden dan aardappelen. Kennis is een belangrijke factor, dat zie je ook in de VS. Telers die denken met een aardappel te maken te hebben, stevenen af op een ramp. Het is een totaal ander product."
Weefselkweekplanten van zoete aardappel.
Het Ierse Beotanics is samen met de Portugese joint venture Nativa sinds 2005 bezig met de veredeling van zoete aardappelen. Dat jaar lag de focus meer op de hobbytelers. Een jaar later werd een overeenkomst gesloten met Louisiana State University om de rassen die daar veredeld worden te testen voor de Europese markt. "We kwamen er al snel achter dat Ierland niet de beste plaats is om de rassen te testen," vertelt Patrick met een lichte zelfspot. Tussen 2009 en 2010 werd voor de tests uitgeweken naar Duitsland, Frankrijk en Portugal. "In 2010 bleek dat de tests in Frankrijk erg positief was," legt Patrick uit. "Sinds 2013 hebben de Franse telers ontdekt dat de zoete aardappel een goed product is."
Rassen voor verschillende bodemsoorten
De Franse teelt richt zich niet op grote volumes en functioneert nog vooral als een bijproduct voor de telers. Arealen tellen tussen 0,5 en 3 hectare. "Sindsdien is het gerucht snel de ronde gegaan." FitzGerald Nurseries, onderdeel van Beotanics is eigenaar van de Europese licentie voor de rassen Evangeline, Orleans, Bonita en Murasaki en Burgundy. Het laatste ras is vooral bestemd voor de chefs. "Deze rassen hebben we commercieel op de markt gezet in Duitsland, Zweden, Noorwegen, Zwitserland en andere landen in Europa," vervolgt hij. "We hebben goede resultaten in verschillende landen." In het noorden van Europa is de Orleans het populairste ras.
Zoete aardappelrassen Evangeline (rechts) en Orleans (links).
"We hebben deze rassen voor meer dan tien jaar getest en die brengen we nu naar de markt. We proberen langzaam te groeien. Maar we zien dat onze rassen niet gewaardeerd worden zoals zou moeten." Afhankelijk van de teeltomstandigheden zijn andere rassen nodig. Daarom is het volgens Patrick nodig om de rassen te vermelden als er een succes gemeld wordt. "We hebben dat zelf gezien, niet elk ras is geschikt voor elke bodemsoort en niet al onze rassen zullen succesvol zijn in bijvoorbeeld zandgrond of andere zware bodemsoorten. Daarnaast zijn er rassen met resistentie en verschillende opslageigenschappen. Daarom is het belangrijk om de rassen te communiceren."
Besmet plantmateriaal
"Onze rassen zijn resistent tegen specifieke ziekten en ongedierte voor zoete aardappelen, die een serieuze bedreiging kunnen vormen voor de opbrengst. Wij garanderen dat ons product schoon is." Sommige virussen resulteren in een 40% lagere oogst. Vooral in de VS is dat een probleem waar telers al jaren mee kampen. "Wij hebben een laboratorium in Ierland waar we de Amerikaanse richtlijnen voor plantgezondheid volgen, wat betekent dat we specifiek testen op virussen voor zoete aardappelen. De besmetting in het plantmateriaal is één van de grootste uitdagingen in de Europese teelt en er moet nog veel gedaan worden om de gezondheid van de planten te garanderen."
Weefselkweekplanten 3 weken uit het lab klaar om te planten (rechts).
De grootste zorg van Patrick is echter dat er door de groeiende belangstelling voor deze teelt besmet plantmateriaal in Europa wordt ingevoerd of verspreid, waardoor ziektes en virussen die in bijvoorbeeld Amerika en Afrika de oogst beïnvloeden ook in Europa aangetroffen worden. Hij benadrukt dat Beotanics en Nativa met verschillende protocollen werken om te voorkomen dat er besmet materiaal verspreid wordt. Vanuit Ierland wordt het plantmateriaal verscheept naar andere markten, waaronder Afrika en Egypte. Via een joint venture Nativa in Portugal wordt het plantmateriaal voor de Europese teelt verhandeld.
Kansen voor Noord-Europa
De 'early adapters' van de zoete aardappelteelt in het noorden van Europa zijn Frankrijk en Duitsland. In Frankrijk ontwikkelde de teelt zich sneller doordat de Franse partner van Beotanics, Graines Voltz, er veel energie in stak en de telers planten leverde waarvan na 115 dagen geoogst kan worden met een hoge opbrengst. "Nederland en België volgden en daarna Zweden en Noorwegen. We horen positieve verhalen over de teelt in de buurt van Oslo," vertelt Patrick. "Maar de telers in het noorden moeten voorzichtig zijn, want er is altijd kans op een slechte oogst."
Velden in Portugal (links). Rode schil, wit vlees, het Aziatisch ras Murasaki (rechts).
Patrick ziet kansen voor de teelt in Noord-Europa, zeker vanuit de opmars van lokaal product. Daarnaast zijn er andere mogelijkheden om zich te onderscheiden in de markt. Het zijn echter niet de markten waar de grote volumes geproduceerd zullen worden. Het gros van de productie is echter te vinden in het zuiden van Europa: Portugal, Spanje, Frankrijk en Griekenland.
'Moederplanten' in Ierland, klaar voor transport naar Portugal.
Babyvoeding en diervoeding
"De zoete aardappel wordt al honderden jaren geteeld in Europa, maar het werd niet goed gedaan." In de 17e en 18e eeuw werd de zoete aardappel met wit vlees en een rode schil volop geteeld. Murasaki, het witte ras van Beotanics, moest echter gepromoot worden. "We kregen een 'kick back' omdat de zoete aardappel niet oranje was, maar dat verandert," vertelt Patrick. Volgens hem is het grootste risico voor de teelt dat iedereen op hetzelfde moment op de markt komt. "Het probleem is niet het volume op zich, er is ook ruimte voor import, maar het feit dat er te veel aanbod is in september, oktober en november omdat er onvoldoende opslagcapaciteit is om het seizoen te verlengen."
Tot slot wijst Patrick er op dat er een markt is voor de zoete aardappel. "Er is vraag voor jaarrond zoete aardappelen. Ook vanuit de industrie neemt de vraag toe voor bijvoorbeeld babyvoeding, chips in gerechten en zelfs dierenvoer."
Meer informatie:
Beotanics - FitzGerald Nurseries
Patrick FitzGerald
pat@beotanics.com
www.beotanics.com
Tel: +353 (0)56 7728418
Fax:+353 (0)56 7728481