Turkije vecht tegen import met eigen pootaardappelproductie
Pootaardappelen, die voor het eerst in 2005 in het Instituut werden geïntroduceerd, moeten de afhankelijkheid van buitenlandse pootaardappelen verminderen en via veredelingsstudies bijdragen aan de nationale economie.
Volgens Ugur Pirlak, directeur van het Niğde Potato Research Institute, is er in 2005 begonnen met het ontwikkelen van nieuwe pootaardappelen en zijn er acht aardappelrassen geregistreerd. Wat betreft het belang van het produceren van pootaardappelen zei Pirlak: "De grootste kosten van aardappelproductie zitten hem in de pootaardappelen. Deze wordt vanuit het buitenland geïmporteerd en aan telers doorgegeven via replicatie. Vanzelfsprekend verhoogt dit proces de kosten voor onze aardappeltelers."
"Het belangrijkste doel van onze inheemse rassen was om de kosten van onze telers te verlagen en de winstmarge te vergroten. Wij streven ernaar om de 81 miljoen dollar (69 miljoen euro) die voorheen aan buitenlandse pootaardappelen werd uitgegeven thuis te kunnen distribueren, ervoor te zorgen dat dit geld in ons eigen land blijft en dat het bijdraagt aan onze economie."
"De rassen Renowned, Nam, Leventbey en Mururbey zijn zeer productief. Dit jaar hebben we voor het eerst onze binnenlandse variëteiten geïntroduceerd bij de telers. In de buurt van Niğde, Nevsehir en Konya hebben we ervoor gekozen om onze pootaardappelen te verstrekken aan onze voornaamste telers voor demonstratiedoeleinden. En tot op heden zijn de reacties van onze telers zeer positief. Op deze manier zien we wat onze inheemse rassen doen in de handen van de telers en zo kunnen we ze ook gaan promoten", aldus Pirlak.
Bron: turkeytelegraph.com