"We beleven een mooi moment. Eindelijk, na 25 jaar, wordt ons werk gewaardeerd en neemt de landelijke consumptie van biologische producten toe. We zijn niet langer slechts de voorraadkast van Europa, maar ook van ons eigen land," zei Alvaro Barrera, directeur van Ecovalia, de voornaamste vereniging in de sector, die zijn geluk over de ontwikkeling van de vraag van consumenten naar biologisch eten in Spanje niet kan verbergen.
Voorheen was Spanje de grootste producent van biologische producten in Europa, maar de binnenlandse consumptie was nooit erg relevant. Deze situatie ligt nu in het verleden. In 2015 belandde Spanje in de top tien van biologische markten in de wereld met een binnenlandse winst van 1,5 miljard euro. Dit was 25 procent meer dan in 2014 en was de omvangrijkste toename die de wereld ooit gekend heeft. In Europa staat Spanje op de zevende plaats, onder Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Zwitserland en Zweden.
Een jaar eerder, in 2014, was de eerste aanzienlijke toename in landelijke consumptie gemeten, namelijk een groei van 18%, van 1 miljard naar 1,2 miljard.
De rage van biologische producten is nog niet voorbij. De eerste cijfers van de Mapama laten zien dat de landelijke consumptie in 2016 schommelde tussen de 1,65 en 1,70 miljoen euro. Dat betekent dat de uitgaven van de Spaanse consumenten in drie jaar tijd met 700 miljoen zijn gestegen.
"Als de consumptie zo door blijft groeien zal ons land binnen twee jaar niet meer kunnen voldoen aan alle vraag naar biologische producten," zegt Alvaro Baeza. Uit de reglementen blijkt dat er drie jaar nodig zijn om van een conventioneel product een biologisch product te maken. "In Spanje wordt elk jaar 1 procent van de agricultuur veranderd. Hoe snel deze veranderingen ook gaan, de telers kunnen de groeiende vraag op de markt niet bijhouden en dit zou uiteindelijk kunnen leiden tot een landelijke markt die niet genoeg bevoorraad is," legt hij uit.
Consumptiegewoonten in Spanje zijn aan het veranderen volgens de directeur van Ecovalia, een vereniging met 15.000 producenten die samen 52 procent van de gecertificeerde biologische oppervlakten beheert. "Voorheen werden ze in Spanje gegeten vanwege gezondheidsredenen, maar in de rest van Europa is de grootste reden milieuvriendelijkheid. Dit concept begint ook vorm te krijgen in ons land. Klimaatverandering bestaat immers echt en de verandering van een conventionele naar een biologische vorm van landbouw helpt," zegt hij.
Hoewel er geen gegevens beschikbaar zijn wat betreft de consumptie per persoon in 2016, merkt Mapama op dat de trends in consumptie hinten naar een aanhoudende groei. Tussen 2014 en 2015 groeide deze met 24,6 procent.
In de periode van 2011 tot 2015 gaf elke consument 2,1 procent minder uit aan conventioneel eten en drinken, tot wel 2.133,50 euro per inwoner per jaar, terwijl de uitgaven aan biologische producten stegen met 56,6 procent.
Spanje heeft nog steeds veel potentie voor verdere groei. Ondanks de toename van uitgaven per persoon ligt Spanje nog ver achter op andere landen, zoals Zwitserland, met 262 euro, Denemarken (191 euro) en Zweden (177 euro).
Supermarkten, inclusief de grote supermarktketens, hebben een belangrijke rol gespeeld in de toename van biologische consumptie. Volgens de voorlopige gegevens van het ministerie groeide het aantal verkopers van biologische producten met ongeveer 17% in 2016, hoewel dat van voedselbewerkers slechts steeg met 9 procent. De laatste van de twee wordt gezien als "erg positief" door het departement waar Isabel García Tejerina aan het hoofd staat, "aangezien het verwerken in fabrieken in ons eigen land het mogelijk maakt dat de toegevoegde waarde van de producten in Spanje kan blijven."
Vorig jaar versterkte Spanje zijn positie als het Europese land met de grootste oppervlakte aan biologische landbouw met een groei van 2,5 procent tot een omvang van twee miljoen hectare.
Bovendien groeide het aantal biologische exploitanten in 2015 met 5 procent tot een aantal van 39.700, met toenames in alle categorieën. De belangrijkste hiervan zijn de toenames van exporteurs met 27% en de toename van importeurs met 23%.
Bron: eleconomista.es