Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Psa-zaak voor Hooggerechtshof Nieuw-Zeeland

Gedaagde: Ministerie had geen zorgplicht met betrekking tot de claim

De gedaagde in het kiwiproces, dat 212 gedupeerde kiwitelers hebben aangespannen om een schadevergoeding te eisen vanwege een Psa-uitbraak in 2010, heeft in de rechtbank betoogd dat de zorgplicht waarop de eisers zich beroepen niet van toepassing is.

Het proces gaat nu zijn vijfde week bij het Hooggerechtshof in Wellington, waar de getuigen van de aanklagers hun verklaringen hebben afgelegd en aan een kruisverhoor zijn onderworpen door de vertegenwoordiging van de gedaagde. De aanklagers, Strathboss Kiwifruit en Seeka, verwijten het Ministerie van de Primaire Sector (MPI) dat het nalatig is geweest en de Bioveiligheidswet niet goed heeft nageleefd waardoor de Psa-bacterie vanuit China Nieuw-Zeeland binnengekomen zou zijn.

Jack Hodder Queen's Counsel vertegenwoordigd de staat, die van mening is dat de claim van nalatigheid berust op 'een verkeerde uitleg van de wet en niet ondersteund wordt door bewijsmateriaal'. De gedaagde wijst er op dat de Nieuw-Zeelandse rechtbanken historisch de zorgplicht niet als gewoonterecht erkennen voor overheidsambtenaren bij het uitvoeren van functies in het algemeen belang. Er zal aangevoerd worden dat zelfs als er sprake zou zijn van een schending, de wettelijke immuniteit krachtens de Bioveiligheidswet van toepassing is.



De gedaagde verwierp eveneens de claim van de aanklagers dat 11 beslissingen van het Ministerie van Landbouw en Visserij inbreuk maakten op de zorgplicht en dat er systematisch gefaald werd. Hodder vertelde de rechtbank dat de ambtenaren redelijke beslissingen hebben genomen op basis van de destijds beschikbare wetenschappelijke kennis en dat zij hiervoor niet met de kennis van nu op aangesproken kunnen worden.

Na de verklaring van de aanklager over de besmetting te hebben aangehoord, reageerde Hodder dat het gebruikte bewijs niet aantoont dat de zending uit 2009 (die kiwipollen, die ook meeldraden bevatten) de boomgaarden in Olympos en Kairanga besmette en dat er geen genetisch bewijs is van de bron van besmettingsbron van de Psa, omdat geen van de stammen die in Shaanxi, China, zijn aangetroffen overeenkomen met die in Nieuw-Zeeland.

De gedaagde legde ook snel de logistieke procedures aan de grens uit, en dat functies uitgevoerd worden onder de Bioveiligheidswet in de breedste zin van het publiek belang, niet bedoeld zijn om private economische belangen te dienen. Hodder voegde toe dat het een complex besluitvormingsproces is om vast te stellen wat ingevoerd mag worden. De primaire sector heeft voortdurende toegang nodig tot genetisch materiaal om concurrerend te kunnen blijven. Onnodige vertragingen in het systeem zouden mogelijk partijen kunnen aanmoedigen om illegaal te opereren.
 
De staat wil 30 getuigen oproepen met wetenschappelijke kennis uit vier verschillende vakgebieden: de wetenschappelijke kennis over door pollen overgebrachte ziekten ten tijde van de besmetting dat werd onderzocht door MAF; de wetenschappelijke kennis die destijds beschikbaar was door Dr. Sathyapala, Susan Cooper en anderen die het verzoek van Kiwi Pollen Ltd voor de import van pollen hebben behandeld; de wetenschappelijke kennis over de verwachte tijd tussen de besmetting met Psa en de eerste zichtbare symptomen van de ziekte in de kiwiplantages en de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis over Psa.

Tijdens het aanvoeren van hun bewijs, voerden de aanklagers aan dat Psa een bekende ziekte was, bij MAF en douane-autoriteiten wereldwijd, en een bedreiging vormde voor de Nieuw-Zeelandse kiwisector. Zij beweren dat het MPI nalatig gehandeld heeft door geen strenge eisen aan de import van pollen in te stellen.
Publicatiedatum: