België verwacht 68% minder appelen
Het Belgische perenareaal is het afgelopen jaar gestegen tot 10.023 ha. België blijft hierdoor een toonaangevend 'perenland', met 14% van de Europese productie. Zeker wat de topvariëteit Conférence betreft, is de Belgische fruitsector onbetwistbaar de nummer één in Europa. Ongeveer 85% van de Europese perenproductie situeert zich in slechts vijf landen (Italië, Spanje, België, Nederland en Portugal). De Europese perenoogst wordt geschat op 2,1 miljoen ton, een daling van 1% ten opzichte van vorig jaar.
Zeker voor appel is het commerciële seizoen moeilijk in te schatten. De Belgische sector verwacht dikkere appelen, omdat er minder appelen aan de bomen hangen. Op kwaliteit wordt er echter niet ingeboet, het suikergehalte ligt goed waardoor de appels zeer lekker zullen zijn. Bij peren merken we hetzelfde fenomeen: een goed suikergehalte en uitstekende smaak. De Belgische peren zullen, in vergelijking met andere jaren, iets kleiner zijn. De sector hoopt op een goede prijsvorming voor de producent. Dit is noodzakelijk voor de verdere leefbaarheid van onze bedrijven. Naast de dramatische vorstschade dit seizoen en de stormschade vorig jaar, blijft ook het Russische embargo, dat nu al 3 jaar van toepassing is, zwaar doorwegen op onze fruitbedrijven. Dit embargo werd onlangs verlengd tot eind 2018. Ondanks de moeilijke situatie in de sector zal er verder ingezet moeten worden op modernisering van onze fruitbedrijven (nieuwe variëteiten, oogstprotectie, diversificatie …) en zullen er nieuwe afzetmarkten gezocht moeten worden, vooral voor onze peer. Van cruciaal belang is echter ook de steun van de Belgische grootdistributie en de consument in hun bewuste keuze voor appels en peren van Belgische bodem.
De oogstramingen voor België gebeuren door de Vlaamse overheid, departement Landbouw en Visserij, in samenwerking met Boerenbond, het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT) en de veilingen. Daarvoor werden 250 fruitteeltbedrijven bevraagd, verdeeld over alle Belgische provincies.
Bron: Boerenbond