Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Consument wil meer lokale voeding, maar thuisverkoop blijft achter

Consumenten zijn steeds meer op zoek naar lokale voeding. Uit onderzoek blijkt dat consumenten lokale voeding associëren met hogere kwaliteit en gezondere, duurzamere voeding. Positief dus. Ook uit onderzoek van ABN AMRO blijkt ook dat consumenten steeds meer geïnteresseerd zijn in de herkomst van hun voeding: dit geldt voor zowel groenten en fruit als voor vlees.

Voor telers kan het direct verkopen aan de consument of retailer gunstig zijn: immers door de keten te verkorten kan de marge verhoogd worden en door direct aan de consument te verkopen heb je als ondernemer meer prijskracht, dan als je aan grote partijen zouden verkopen. Daarnaast levert het direct verkopen van de productie een schat aan informatie op die je terugkrijgt uit de markt.

Zowel de consument als de producent kunnen dus profiteren van de hogere vraag naar lokale voeding. En de teeltbedrijven die via internet, met een winkel of op de markt levert aan consument of direct aan winkels zouden dan ook moeten floreren.

Toch blijkt dit niet het geval te zijn. Het CBS becijferde dat het aantal teeltbedrijven dat direct aan de consument verkoopt in 2016 met 16% is afgenomen ten opzichte van 2013. Vorig jaar verkochten nog 2640 landbouwbedrijven direct aan de consument of aan de retailer. Deze neergaande tendens is terug te zien in nagenoeg alle verbredingsactiviteiten binnen Landbouw. In 2016 genoten circa 18.000 teeltbedrijven inkomsten uit verbredingsactiviteiten in 2016. Dat is zo'n 6.000 ondernemingen minder dan in 2013, een afname van 2.000 per jaar.

In 2011 had 38% van de teeltbedrijven verbredingsactiviteiten. In 2013 nog 36% en in 2016 was dit 33%. Niet alleen het aantal bedrijven met verbredingsactiviteiten nam af, ook de opbrengsten die uit die activiteiten gehaald worden is afgenomen.

In 2013 haalde namelijk nog 11% van de telers meer dan de helft van hun inkomsten uit een of meerdere verbredingsactiviteiten, in 2016 zakte dat percentage naar 8%. Voor de teelt geldt dat de inkomsten als geheel al een aantal jaar onder druk staat. Een afname van de opbrengsten uit verbreding kan dan ook voor sommige bedrijven extra vervelend zijn. Het is lastig een sluitende verklaring te geven voor het afnemen van zowel het aantal ondernemingen met verbreding als de omzet uit die verbredingsactiviteiten. Een verklaring kan zijn dat ondernemers bij wie een groot deel van hun inkomsten uit een andere activiteit dan landbouw wordt gehaald zich volledig op die activiteit focussen. Wat voorheen teeltbedrijven waren is nu een professionele kinderopvang, een B&B of een volledig loonwerkbedrijf geworden. Een andere reden is dat de verbredingsactiviteiten vaak werden ondernomen door met name kleinere landbouwbedrijven en juist die nemen af in aantal. Door schaalvergroting en professionalisering daalt het aantal bedrijven en dan is het niet zo vreemd dat ook het aantal bedrijven met verbredingsactiviteiten afneemt. De grotere landbouwbedrijven zijn vaak meer gericht op de kernactiviteit van het teeltbedrijf.

Zoals hierboven al beschreven is, nemen alle verbredingsactiviteiten in absolute aantallen af. Geen enkele activiteit uitgezonderd. Maar als we per activiteit kijken naar het percentage ten opzichte van het totaal, valt op dat onder meer de directe verkoop als percentage van het totaal niet is afgenomen, maar gelijk gebleven.

Na een dip tijdens de financiële crisis krabbelde het percentage directe verkopers omhoog, maar bleef nog wel wat laag (5%). Wel zijn er grote verschillen tussen branches. Zo ligt het percentage van bedrijven dat direct aan de consument verkoopt vele malen hoger bij ondernemingen in de blijvende teelt (24%), in de gewascombinaties (16%) en de gemengde bedrijven (10%). Dit zijn vaak ook de kleinere bedrijven Uiteraard zijn er ook telers die dieren houden en een winkel hebben, maar percentueel gezien ligt dit aandeel een stuk lager. Plantaardige producten lenen zich gemakkelijker voor huisverkoop dan vlees.

De afgelopen vijf jaar hebben dus 5% van de teeltbedrijven hun inkomsten aangevuld door direct te verkopen aan consumenten of aan retailers. Sommige boeren doen dit met een eigen winkel. Deze verkoop aan huis is een bijverdienste maar is in sommige gevallen ook bedoeld om de consument op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met het boerenbedrijf.

Maar er zijn ook grote partijen die de directe verkoop professioneler aanpakken en die alle derde partijen eruit hebben gesneden om hun totale opbrengst direct aan retailers verkopen. Deze partijen profiteren van de groeiende behoefte aan lokaal geproduceerd voedsel. Door het relatief lage aandeel van teeltbedrijven die direct verkopen valt op te maken, dat nog maar een paar ondernemers hiervan profiteren. Dit geeft wel aan dat er kansen zijn voor andere vormen van directe of bijna directe verkoop.

In de EU ligt aandeel directe verkoop hoger
In de EU haalt 15% van de agrarische bedrijven 50% of meer van hun inkomsten door direct aan de consument te verkopen. Dan gaat het met name om de verkoop van groente en fruit, vlees staat op de tweede plek. En bovendien gaat het vaak om duurzaam of biologisch verbouwde producten.

Nu lijkt 15% van de boerderijen nog best hoog, maar als we naar de volumes kijken is het slechts een klein aandeel. In de EU komt maar 2% van de totale markt in verse voeding direct van de boer (zonder tussenkomst van derden). In de meeste EU landen komt het grootste deel van de verkoop terecht bij het retail kanaal: met name supermarkten, die een behoorlijke prijskracht hebben. Zo hebben in Portugal drie retailers 90% van de markt in handen. Ook in andere landen ligt het supermarkt aandeel hoog. In Nederland verkoopt de retail circa 55% van het voedselpakket en dit wordt ingekocht door vijf inkooporganisaties.

Consumenten zijn op zoek naar informatie
Uit onderzoek van de organisatie 'van food to folk' in een aantal Europese landen blijkt dat consumenten wel direct van de boer zouden willen kopen, maar dat het nog schort aan informatie en aan plekken waar ze het kunnen kopen.

Om succesvol te zijn in de verkoop van landbouwproducten is goede vindbaarheid de basis. Het vergt een andere mindset om een onderneming in de retail te starten. Belangrijk is dat er marketingactiviteiten ondernomen worden die aansluiten bij het aanbod en het profiel van uw bedrijf. Hier kan online aanwezigheid mee helpen, zij het met enkel informatie of met een webshop. Daarnaast blijkt dat succesvolle korte ketens vooral inzetten op samenwerking; zowel horizontaal als verticaal.

Deze analyse is verschenen als onderdeel van de publicatie korte ketens.

Bron: ABN Amro Insights
Publicatiedatum: