Als gevolg van de kleinere aanvoer uit de Filipijnen, besloten de grootste importeurs, Japan en China, hun importvolumes uit Ecuador te verhogen. De export uit Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied daalde met 1% dankzij de lagere aanvoer uit Costa Rica en Colombia, twee van de grootste exporteurs in deze regio.
Slechte weersomstandigheden en de ziekte Fusarium Wilt hebben grote gevolgen gehad voor de Filipijnse productie. India, wereldwijd veruit de grootste bananenproducent, heeft zijn exportvolume met 47% vergroot dankzij een uitbreiding van het areaal voor exportrassen. Hoewel de bananensector in India zich hoofdzakelijk op de eigen markt richt, wordt er ook in toenemende mate geëxporteerd naar de Golfstaten, Maleisië en Nepal.
De krappe aanvoer vanuit de Filipijnen maakte dat India kon profiteren van de sterke vraag in de Golfstaten en Zuidoost Azië. Een andere aanjager was de lage prijs van Indiase bananen, die naar verluidt op de veiling in Dubai 50% lager geprijsd zouden zijn dan die uit Ecuador en de Filipijnen.
De bruto import van de Europese Unie groeide met 3%, aangejaagd door de sterke consumentenvraag in de grootste importlanden. Ook landen in Oost-Europa importeerden grotere volumes. De bruto importvolumes in Slowakije, Polen en Estland groeiden met respectievelijk 13%, 10% en 19% onder invloed van de stijgende inkomens, lagere importprijzen en veranderende consumentenvoorkeuren op deze markten.
In Polen daalde de gemiddelde importprijs tussen 2005 en 2015 met 19%. In Kroatië gaf de toetreding tot de EU in juli 2013 een stimulans aan de importvraag. De import van de EU bereikte een niet eerder vertoond volume van 5,2 miljoen ton, waarbij 70% van de producten afkomstig waren uit de drie grote producerende landen (Ecuador, Colombia en Costa Rica).
Lees het volledige rapport op fao.org