Uit naam van de Colombiaanse vredesgemeenschappen heeft een coalitie van mensenrechtenorganisaties het International Criminal Court (ICC) gevraagd onderzoek te doen naar de leiding van Chiquita in het kader van vermeende misdaden tegen de menselijkheid.
In een statement van de FIDH, één van de coalitieleden, wijst de organisatie op het feit dat ondanks dat Chiquita toegegeven heeft miljoenen dollars te hebben betaald aan paramilitaire milities is niemand van de bedrijfsleiding vervolgt. De milities zijn schuldig aan moord, geweldpleging en laten verdwijnen van slachtoffers.
In een statement van de FIDH, één van de coalitieleden, wijst de organisatie op het feit dat ondanks dat Chiquita toegegeven heeft miljoenen dollars te hebben betaald aan paramilitaire milities is niemand van de bedrijfsleiding vervolgt. De milities zijn schuldig aan moord, geweldpleging en laten verdwijnen van slachtoffers.
In het verzoek aan de rechtbank worden interne documenten van Chiquita aangevoerd die zouden bewijzen dat de bedrijfsleiding betrokken was bij de financiering van de paramilitaire activiteiten tussen 1997 en 2004. De betalingen zouden nog gedaan zijn nadat de US Secretary of State for Justice de steun als illegaal bestempelde.
Daarnaast zou er een lijst met veertien namen van managers en leden van Chiquita's Raad van Bestuur en enkele leden van de National Security Archive van de George Washington University bijgevoegd zijn. Deze personen zouden betrokken zijn bij de betalingen.
Chiquita betaalde jarenlang paramilitaire organisaties in Colombia om de veiligheid in de bananenproductie te garanderen. Tot 2003 was het bedrijfsonderdeel in Colombia het meest winstgevend. In 2007 erkende Chiquita schuldig te zijn aan deze financiering in een federale rechtbank. De leidinggevenden die het systeem autoriseerden zijn echter niet vervolgt.
Het verzoek van de ngo's komt volgens deze partijen op een cruciaal moment voor de Colombiaanse regering. Het land staat op het punt om een historisch vredesakkoord te implementeren, nadat het land een halve eeuw van conflict achter de rug heeft. Het ICC wordt verzocht de ontwikkelingen op de voet te volgen en te controleren of alles in overeenstemming met internationale standaarden wordt uitgevoerd. Speciale aandacht wordt gevraagd voor de rol van de private sector in de financiering van de rebellengroepen. "Het vervolgen van Chiquita's directie voor het financieren van paramilitaire groepen zou een signaal zijn dat er geen immuniteit is."