Een week na de vorstschade in Polen
Appelen en kersen hardst geraakt, pruimen minst beschadigd
In de nacht van dinsdag 9 op woensdag 10 mei vroor het op grote schaal, met uitzondering van het westen en noordwesten van Polen. Op 2 meter hoogte werden temperaturen tot -4°C gemeten, aan de grond tot -6 en plaatselijk -7°C. Juist in het zuidoosten waar veel appels geteeld worden, vroor het het hardst. Bovendien stonden veel appelrassen in volle bloei.
De grootste schade is aangericht in de regio Grójec. Bloemen van alle soorten fruitgewassen zijn beschadigd. Deze schade zal zeker invloed hebben op de uiteindelijke productie. Meldingen van grote schade komen uit de Karpaten, in het bijzonder in het gebied rond Przemysl, in het uiterste zuidoosten van Polen.
In de regio's Sandomierz (zuidoost Polen) en Lúblin zijn zeer veel kersen beschadigd en ook is grote schade aan appelaanplanten ontstaan, met name in lager gelegen gebieden. Dat geldt ook voor de regio's Nowy Sacz en Limonawa (beiden ten zuiden van Krakau). In hoger gelegen gedeelten is er minder schade.
Gemiddelde schade is ontstaan in de regio's Lodz, Skierniewice, Kielce (ten zuidwesten van Warschau) en Podlasie (aan de Wit-Russische grens).
De minste schade wordt gemeld in Kujawy (noordwesten), Wielkopolska (westen) en Opole (aan de zuidgrens).
In bijna alle regio's werd de minste schade in de pruimen waargenomen. Bij appel waren de rassen Jonagold, Idared en Red Jonaprince het meest gevoelig voor de lage temperaturen. Gala en Gloster waren daar beter tegen bestand. Bij peer is vooral Xenia zwaar getroffen.
Makosz verwacht een eerste beoordeling van de productie te kunnen geven na de juni rui. "Wat wel zeker is dat er een lagere oogst zal zijn dit jaar en dat er hoop is op betere prijzen", aldus Makosz.
Bron: NFO