Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

ING: Nederland baat bij vlot onderhandelingsproces Brexit

De Britten hebben deze week formeel laten weten hun lidmaatschap van de EU op te willen zeggen. Een scheidingsproces vol met voetangels en klemmen ligt voor ons.

Woensdag was een trieste dag voor de Europese eenwording. Op die dag deelde de Britse premier Theresa May de Europese Commissie officieel mee dat het VK geen lid meer wil zijn van de Europese Unie (EU). Die mededeling vormt de aftrap van een proces van twee jaar van onderhandelen over de wijze waarop het VK en de EU uit elkaar zullen gaan en in de toekomst zullen gaan samenwerken. Een proces vol met voetangels en klemmen. Het eerste probleem heeft zich al meteen aangediend. De EU wil het namelijk eerst eens worden over de 'boedelscheiding' voordat er over de invulling van een nieuwe handelsovereenkomst wordt gesproken. Het VK wil echter dat deze besprekingen gelijktijdig worden gevoerd met de onderhandelingen over een nieuwe handelsrelatie. Voor die boedelscheiding circuleert een bedrag van 60 miljard euro dat het VK aan de EU zou moeten betalen voortvloeiend uit eerder gezamenlijk aangegane verplichtingen. Dit komt overeen met circa 2,5 procent van het Britse BBP. Een ander probleem voor de Britten is de mogelijkheid van een nieuw Schots onafhankelijkheidsreferendum. Het Schotse parlement sprak deze week haar steun uit voor de Schotse premier Nicola Sturgeon om een dergelijk referendum uit te schrijven. Premier May wil hier voorlopig niets van weten. In ieder geval niet voordat de Brexit besprekingen, begin 2019, zijn afgerond.

Het eerste ijkpunt in het Brexit proces is de Europese top van 29 april waarin de
regeringsleiders van de overgebleven 27 EU-lidstaten zullen gaan beslissen welke
richtlijnen zij de Europese onderhandelaars zullen meegeven. Daarna zullen de
onderhandelaars van de EU het met die van het VK eens moeten gaan worden over de inrichting van het onderhandelingsproces. De echte onderhandelingen lijken daarmee pas in mei of juni echt van start te kunnen gaan.

De uitkomst van die onderhandelingen lijken voor het VK belangrijker dan voor de EU.
Van het Britse nationale inkomen vloeit namelijk 9 procent voort uit handel met de EU. Andersom is dit voor de EU 'slechts' 1,5 procent. Het inkomen van Nederland is voor 3,7 procent afhankelijk van handel met het VK. Dit is meer dan twee keer het EU-gemiddelde en mogelijk een reden waarom Nederland meer dan andere EU-landen zal aandringen op een vlot onderhandelingsproces gericht op het uiteindelijk zo min mogelijk hinderen van de bilaterale handel tussen de EU en het VK.

De uitkomst van de Brexit-onderhandelingen zullen uiteindelijk niet alleen door het Britse parlement moeten worden goedgekeurd maar ook door 20 van de 27 overgebleven EU lidstaten – die 65% van de EU bevolking moeten vertegenwoordigen – en het Europese Parlement.

Al met al is er sprake van een complex onderhandelingsproces dat onder tijdsdruk moet worden afgerond. Onzekerheid over voortgang en uitkomst zullen het Britse pond onder neerwaartse druk houden.

Bron: ING Economisch Bureau
Publicatiedatum: