Aardappelteelt dreigt uit Nederland te verdwijnen als gelijkwaardig speelveld uitblijft
Nederlandse aardappeltelers lopen voorop
De Nederlandse agrarische sector behoort tot de meest innovatieve en kennisintensieve ter wereld. Mede hierdoor heeft Nederland zich internationaal ontwikkeld tot tweede exporteur van landbouwproducten, na de Verenigde Staten. In 2015 teelden 6.742 akkerbouwbedrijven in Nederland consumptieaardappelen en 2.419 bedrijven pootaardappelen. Sinds 2000 nam het areaal consumptieaardappelen met 17,9 procent af; het areaal pootgoed bleef gelijk. Noord-Brabant heeft met 16.582 hectare het grootste areaal consumptieaardappelen. Flevoland heeft de positie van het grootste areaal pootgoed overgenomen van Groningen. Zeeland heeft sinds 2000 op dit gebied een spectaculaire groei gekend (+56,6 procent). Dit ging deels ten koste van de teelt van consumptieaardappelen.
Friet in de lift ten koste van tafelaardappelen
In Nederland wordt jaarlijks ongeveer 375.000 ton tafelaardappelen verkocht. Bijna 400.000 ton wordt geëxporteerd, waarvan de helft naar landen buiten de Europese Unie. De belangrijkste exportlanden zijn België, Duitsland en Frankrijk. De frietindustrie wint de laatste jaren snel terrein ten opzichte van tafelaardappelen. Deze sector heeft fors geïnvesteerd in de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit in Nederland, België en Frankrijk. Aardappeltelers zijn bereid om een deel van hun productie vroeg en voor een te lage prijs te verkopen aan frietverwerkers. Met hun overige producten proberen ze het rendement te verhogen. ABN AMRO denkt dat de prijzen van frietaardappelen door de extreme weersomstandigheden in het najaar van 2016 tijdelijk zullen oplopen.
Gelijk speelveld voorwaarde voor groei
De teelt voor consumptieaardappelen beperkt zich niet tot Nederland. Ook België, Noord-Frankrijk, Noordwest-Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn belangrijke productiegebieden. Bij de prijsvorming van consumptieaardappelen speelt zowel de heersende stemming op de 'spot market' alsook pool- en contractprijzen en termijncontracten een rol. De binnenlandse vraag reageert nauwelijks op prijsdalingen en -stijgingen. Het aanbod is sterk afhankelijk van het gepote areaal en de groeicondities in Nederland en Noordwest-Europa. "Een gelijkwaardig speelveld in Europa, onder meer op het gebied van wet- en regelgeving, is cruciaal voor het bestaansrecht van de Nederlandse aardappelsector. Om de kwaliteit op een hoog niveau te houden, in een tijd waarin minder chemische middelen gebruikt mogen worden, zal de vruchtwisseling verruimd moeten worden. Dit geldt voor zowel consumptie- als pootaardappelen. Hierdoor gaat de kostprijs fors omhoog. Het is noodzakelijk dat ondernemers voldoende rendement halen, zodat ze in verduurzaming en innovatie kunnen blijven investeren. Aardappeltelers kunnen bijvoorbeeld nauwer samenwerken met ketenpartners. Door de keten te verkorten, wordt het delen van (markt)informatie gemakkelijker en is meer marge te verdelen", vertelt Jan de Ruyter Sectormanager Plantaardige Sectoren van ABN AMRO. "De consument focust steeds meer op gezondheid, smaak en de herkomst van voedsel. Nederlandse aardappelen passen hier uitstekend bij. Ook het supermarktschap is ingrijpend veranderd - met kleinere porties, speciale rassen en koelverse producten voor verschillende doelgroepen - en hier komen de foodtrucks, foodhallen, pop-up stores, voedselboxen en bezorgdiensten bij. Bij deze initiatieven zijn aardappeltelers nauwelijks betrokken, terwijl veel ketenpartijen juist op zoek zijn naar de beschikbaarheid van het product. Als producenten en afnemers erin slagen hun relatie te versterken, kunnen zij een positieve impuls geven aan hun rendement."
Bron: ABN Amro