Het ras Juliet produceert weinig ethyleen en wordt niet gauw bruin waardoor deze appel gemakkelijk een jaar lang bewaard kan worden en geschikt is om over lange afstanden vervoerd te worden. Daniel legt uit dat hierdoor de productie in Frankrijk plaats kan blijven vinden, terwijl het product geëxporteerd wordt naar Noord-Amerika, Europa, het Midden-Oosten en Azië. Vooral de Aziatische markt biedt goede afzetmogelijkheden, vertelt Daniel.
"Vorig jaar verkochten we 4.000 ton verse appelen, waarvan 1.000 ton bestemd waren voor de export, met name naar Zuid-Oost Azië," legt Daniel uit. "Dit jaar zullen we onze afzet met zo'n 1.500 ton vergroten waardoor onze export met 25% tot 30% groeit. Volgens Daniel is IJsland eveneens een veelbelovende markt. Biologische appelen zijn op deze markt doorgaans tweemaal zo duur als conventionele appelen.
"Elke retailer wil clubrassen ter aanvulling van de reguliere rassen en ze willen bovendien een exclusieve appel verkopen," vertelt Daniel. "We groeien enorm hard en hopen dat we Juliet even populair kunnen maken als bijvoorbeeld Pink Lady."
Voordelen voor producent, transporteur en consument
Het biologische aspect van deze appel mag ook niet onderschat worden. Benoit Escande, vicevoorzitter van Les Amis de Juliet, de vereniging die het ras bezit en produceert, vertelt over de voordelen die de appel aan producenten, transporteurs en consumenten te bieden heeft. "De appel is milieuvriendelijk en consumentgericht en telers hebben deze kans gegrepen," aldus Escande.
De appel, die in de negentiger jaren werd ontwikkeld in de Verenigde Staten, is rood, gestreept en iets afgeplat van vorm, waarmee het ras zich van andere onderscheidt. De appel is van nature resistent tegen schurft en meeldauw. De appel valt op door zijn gladde, glanzende schil, knapperige 'bite', sappige vruchtvlees en volle smaak, kenmerken die bij de consument in de smaak vallen.
Voor meer informatie:
Daniel Corbel
Les Amis de Juliet
dcorbel@cardell.fr
www.cardell.fr