Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Hevige regenbuien treffen aardappeloogst Noord-Korea

Dit jaar is een bijzonder slecht jaar geweest voor de Noord-Koreaanse landbouw. Een binnenlandse bron vertelt dat stortregens de aardappeloogst hebben beïnvloed in Unheung en Daehongdan in de Ryanggang provincie. 

"Vorig jaar kon elke provincie tenminste aardappelrantsoenen ter waarde van een half jaar produceren voor telers. De moessonregen heeft veel gewassen die op heuvels stonden, weggespoeld waardoor de oogst van dit jaar minimaal was vergeleken met het voorgaande jaar. 10 oktober zou de top van het aardappelseizoen kunnen zijn, maar als deze situatie zich voortzet, kan het alleen verslechteren," zegt de bron. 

Op de vraag of dit voor grote voedseltekorten voor de Noord-Koreaanse bevolking zou leiden, antwoordt de bron: "Gelukkig is de gerst niet beïnvloed aangezien de oogst daarvan grotendeels voor het regenseizoen plaatsvond. Mensen die in de noordelijke rurale regio's wonen, zijn echter sterk afhankelijk van de aardappeloogst en zij zien nu een sterke stijging in de prijzen van aardappelen."

Wat betreft landbouw is elk jaar een slecht jaar voor Noord-Korea. Telers hebben het op ieder moment van het jaar druk en terwijl zij recht hebben op een deel van de oogst, gaat het grootste deel hiervan naar het leger. In de zeldzame gevallen dat telers de oogst mogen houden, is de hoeveelheid minder dan de helft van het standaard rantsoen. Kim II Sung heeft wel eens gezegd dat landbouw de ruggengraat van de samenleving is. De overheid investeert dan ook veel tijd en energie in deze sector, maar toch is de oogst ieder jaar onbevredigend.

Voordat ze in juni 2015 haar land ontvluchtte, werkte de 27 jaar oude Kim Sae-byeol op de Guencheon boerderij in Gilju in de North Hamkyung provincie: "Noord-Koreaanse telers zullen het meest lijden, meer dan mensen in urbane regio's. Telers werken hard in het voorjaar om zich voor te bereiden op de oogst in het najaar, maar uiteindelijk krijgen ze hier weinig voor. De overheid zorgt altijd eerst voor het leger. De oogst is altijd al slecht en als de overheid eerst aan het leger geeft, blijft er weinig over voor de bevolking."

"Als oplossing hebben veel telers privé boerderijen door stukken van bergachtige gebieden te verdelen. De oogst is daar vaak hoger dan op boerderijen die gerund worden door de staat. Er zijn ook coöperaties maar mensen werken daar minder hard dan op hun privé boerderijen. Sommige mensen stelen zaden en kunstmest van de coöperaties om het vervolgens op de markt te verkopen voor eigen winst. In privé boerderijen zijn mensen zeker dat de opbrengst afhangt van de hoeveelheid werk die zij erin stoppen, dus mensen werken erg hard. Dit is een belangrijke oorzaak voor het verschil in productieniveau tussen coöperaties en privé boerderijen," legt ze uit. 

Publicatiedatum: