Eerste stap naar wereldwijde aanpak aardappelziekte
Vingerafdrukken in het veld
Concreet bestaan de eerste stappen uit het uitwisselen van informatie over methodieken. Op die manier kunnen de onderzoeker elkaars gegevens en tools gebruiken. In Europa maakt het aardappelbedrijfsleven 'vingerafdrukken' van Phytophthora infestans door aangetaste plantendelen op een kartonnen kaart te stempelen. Deze worden in laboratoria in Schotland en Nederland geanalyseerd, waarna er een DNA-profiel wordt opgesteld. Zo ontstaat een beeld van de genetische variatie in Europa.
In andere delen van de wereld is het onderzoek meer fundamenteel gericht en vindt een dergelijke inventarisatie in de praktijk nog niet systematisch plaats. De vraag is of dat op dezelfde manier mogelijk is. Samenwerken met commerciële partijen, zoals gewasbeschermingsfirma's of kweekbedrijven, is er minder vanzelfsprekend. "Maar hier is dat ook niet van de één op andere dag gegaan", blikt Schepers terug. "Meerdere partijen moeten overtuigd raken van het nut van precompetitief onderzoek. Daar kunnen wij wellicht bij helpen."
Gerichtere inzet van chemie en rassen bij phytophthora
Op termijn kan de samenwerking verder gaan dan alleen het uitwisselen van informatie. Zo is afgesproken dat netwerken uit andere werelddelen kunnen aanhaken, op het moment dat er in Europa een onderzoeksprogramma van start gaat op het gebied van geïntegreerde gewasbescherming (IPM). De EuroBlight-initiatiefnemers dienen hiervoor een onderzoeksvoorstel in bij de EU. Een unieke aanpak, die volgens Schepers ook voor andere grote plantenziekten bruikbaar is.
Het uiteindelijke doel van de partijen is om meer grip te krijgen op phytophthora. Dankzij de Europese inventarisatie, die nu twee jaar draait, hebben de deelnemers al beter zicht gekregen op de phytophthorasoorten die in Europa actief zijn. Deze informatie helpt bij een gerichtere inzet van gewasbeschermingsmiddelen en het kiezen van aardappelrassen met de juiste resistentie.
Roemenen haken aan
Ook binnen Europa gaat men intussen verder met het uitbreiden van ziektemonitoring, meer aandacht voor phytophthora en het uitbouwen van de kennis rond de ziekte. Gastland Roemenië deed tot dusver niet mee aan de Europese ziekte-inventarisatie. Het land teelt 190.000 hectare aardappelen en is daarmee één van de grootste aardappellanden van Europa. Voor een groot deel van de bevolking vormt het gewas een belangrijk deel van de voedselvoorziening. Dankzij sponsoring vanuit het bedrijfsleven, zal ook dit land vanaf volgend jaar gaan meedraaien in de inventarisatie en worden de banden aangehaald met het nationale aardappelonderzoeksinstituut.
Bron: wageningenur.nl