Adrie van Kessel gaat 20e jaar in met Hongaars fruitteeltbedrijf
De appelen gedijen goed op het areaal van Almakúti, zoals het bedrijf heet. De naam verwijst naar een oude naam voor 'appelbron'. Bewoners uit de 13e eeuw hebben dit gebied zo genoemd vanwege de vele appelbomen, die er destijds stonden. Ook Van Kessels' ervaring is dat het gebied en klimaat prima geschikt zijn voor het produceren van een Europese topkwaliteit fruit. De grond en de vele zonuren geven een smaakvolle goed gekleurde vrucht met een hoog suikergehalte en hoge hardheid. Het soortelijk gewicht is 8 tot 10 procent hoger dan in Nederland, België en Duitsland. Inmiddels worden er op het bedrijf jaarlijks 4,5 miljoen kilo appelen geteeld. Hoofdrassen zijn Golden Delicious Reinders, Gala en Braeburn. Ook Fuji, Jonagold en Jonagored en Idared zijn belangrijke rassen. "We hebben met andere omstandigheden te maken als in Nederland. Een Conference-peer lijkt in Hongarije wel een kiwi met een puntje erop, maar rassen als Gala en Braeburn komen in Nederland weer niet zo goed tot uiting."
De ervaring die Van Kessel de laatste twintig jaar in Hongarije heeft opgedaan, heeft geleid tot opdrachten voor buitenlandse projectontwikkeling van andere teeltprojecten, zoals bijvoorbeeld in Oekraïne. Het past wel bij de J.C. van Kessel Groep, die naast de appelen, bouw- en projectontwikkeling ook nog actief is in aluminium, architectuur, vastgoed en zonnepanelen. In een uitgebreid artikel in Primeur gaat hij in over de uitdagingen in Hongarije, de eigen proeftuin en waarom er geen clubrassen worden geteeld.
Ook Primeur ontvangen? Klik hier om een abonnement af te sluiten en wij sturen het januari-nummer nog op.