In haar richtlijnen Goede Voeding adviseert de Gezondheidsraad om (minimaal) 2 stuks fruit per dag te eten. Uit voedselconsumptiepeilingen van het Ministerie van Volksgezondheid blijkt dat de fruitconsumptie van veel Nederlanders achterblijft bij deze richtlijnen. Tot op heden zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de relatie tussen motivatie, eigen effectiviteit en plannen voor gedrag(verandering), maar er is weinig bekend over de variabelen die voorspellend zijn voor fruitconsumptie conform de richtlijnen.
Van motivatie naar actie
UvA-onderzoeker Gert-Jan de Bruijn en zijn collega's vroegen 413 studenten – via online-vragenlijsten – naar hun fruitconsumptiegewoontes en naar hun motivatie, plannen en eigen effectiviteit om in de komende twee weken minimaal 2 stuks fruit per dag te eten. Twee weken later moesten de respondenten opnieuw rapporteren over hun dagelijkse fruitconsumptie.Ongeveer twee derde van hen gaf bij aanvang van het onderzoek aan gemotiveerd te zijn om 2 stuks fruit per dag te eten, maar bij bijna de helft van deze groep lukte dit niet. Binnen de groep die vooraf aangaf een zwakke gewoonte te hebben om 2 stuks fruit per dag te eten, lukte het slechts één op de vijf om zijn motivatie om te zetten in voldoende fruitconsumptie.
Meer controle, net zo veel sociale druk
Een deel van het onderzoek was gericht op de verschillen tussen respondenten die er wel of niet in slaagden om minimaal twee stuks fruit per dag te eten. De respondenten die hun motivatie om wisten te zetten in gedrag, scoorden significant hoger op het gevoel controle te hebben om fruit te eten. Ook gaven zij aan fruit eten plezieriger te vinden. Gevoelens van sociale druk en het plannen van fruit eten verschilden niet tussen de groepen.De bevindingen dragen bij aan inzichten over de relatie tussen motivatie en gedrag rondom richtlijnen, en kunnen helpen bij het optimaliseren van strategieën om meer mensen voldoende fruit te laten eten.
Bron: Universiteit van Amsterdam