Er wordt onderzoek gedaan naar de appelteelt van Zuid-Tirol, die zijn oorsprong vindt in de zestiende eeuw. Door de eeuwen heen maakten historische, culturele, sociale, politieke, geografische en economische factoren dat het de belangrijkste sector werd van de Zuid-Tiroolse landbouw. De appelteelt bestaat uit meer dan achtduizend familiebedrijven met een totale oppervlakte van 19.000 hectare. Zuid-Tirol produceert momenteel de helft van alle verkochte appelen op de Italiaanse markt, 15% van de appelen op de Europese markt en 2% van de hele wereld.
De laatste 50 jaar is het zogenaamde "Leren en Innovatie Netwerk voor Duurzame Landbouwontwikkeling" (LINSA) onder de loep genomen.
Het doel van deze studie is om inzicht te krijgen in de lokale innovatieprocessen en in de beperkingen en mogelijkheden van het netwerk.
LINSA is een netwerk van producenten, hun coöperaties en verenigingen, onderzoeksinstellingen, agrarische consulting services en andere betrokkenen. Binnen dit netwerk wordt nieuwe kennis uitgewisseld en verder uitgebouwd. Kenmerkend is de nauwe samenwerking van alle leden en hun gedegen kennis met betrekking tot problemen die inherent zijn aan hun eigen economische branche.
De basisprincipes, die door Friedrich Wilhelm Raiffeisen werden gedefinieerd als onafhankelijkheid, zelfbestuur, eigen verantwoordelijkheid en promotie-lid, zijn het anker van LINSA. Uiteindelijk hebben de Zuid-Tiroolse appelproducenten er een uniek systeem van gemaakt. Hun rijke ideeën en hun bevoegdheden tot innovatie zijn de doorslaggevende factoren voor hun succes.
Allereerst wordt de oorsprong en ontwikkeling van de verschillende instellingen en het creëren van verbindingen binnen de LINSA onderzocht. De ontwikkeling ervan wordt in vijf fasen geanalyseerd.
Klik hier om de 5 fasen te bekijken en het volledige verslag te lezen.