Duitse telersvereniging BVEO presenteert de beste appelrassen voor elk seizoen
Winter: In de koude tijd van het jaar zijn appelen lekker in combinatie met stevige hoofdgerechten. Zo smaken appelen in de winter niet alleen bijzonder goed bij rodekool en Chinese kool, maar ook bij zoetere wortelgroenten zoals winterpenen of rode bieten. Appelrassen als Golden Delicious, Cameo en Pinova maken pittige salades met witlof of veldsla helemaal af.
Voorjaar: In het voorjaar eet men bijzonder graag lichte maaltijden. Pluksla en kropsla is dan goed te verfijnen met appelen zoals Evelina en Fuji en radijsjes. Wie van steviger eten houdt, kan kiezen voor een appelvinaigrette. Snijd daarvoor appelen en uien in fijne blokjes, roer hier olie en appelazijn doorheen, en maak het af met wat zout, peper en een beetje suiker. Lekkerbekken kunnen pannenkoeken verfijnen met appelschijfjes.
Zomer: Het is bessentijd! Appelrassen zoals Cox Orange, Gloster, Ingrid Marie of Jonagored harmoniseren in zoete gerechten geweldig met bramen en peppen vruchtenbowls en verfrissende cocktails op. De klassieke appeltaart mag ook in de zomermaanden niet ontbreken op de koffietafel en wordt bijzonder lekker met de rassen Boskoop, Elstar of Jonagold.
Herfst: In de tweede helft van het jaar eet men graag gerechten waar men warm van wordt. Appelen zoals Gala of Cox Orange verfijnen dan niet alleen soepen en eenpansgerechten, maar maken bovendien ook ovengerechten met pompoen en wortelgroenten compleet. Andijvie- of pluksla met kaas en uien krijgt dankzij appelen een fruitig tintje. Een aromatische gebraden appel met noten en rozijnen laat bovendien de harten van fruitliefhebbers sneller kloppen.