Zelf bloemkool, broccoli of paksoi eten doen ze in Kenia eigenlijk niet, maar productie is er volop. Het Afrikaanse land fungeert als 'voedseltuin van Europa'. Heel veel teelt van verder onder meer ook kruiden, sperziebonen, mango's en avocado's is voor export. Is dat erg? Op die vraag zoomt Kadir van Lohuizen in aflevering drie van zijn tv-serie Food for Thought in.
Hij constateert dat het stabiele klimaat en de extreem lage lonen (zo'n 2 à 3 dollar per dag) maken dat Kenia de groentetuin van Europa is. Aan het woord komen onder meer Purity Naisho van Interveg, Paul Wamalwa van Vegpro en Gurvin Bassy van Yagannath Growers, een hele grote kruidenteler. Hij constateert dat 'als een land ergens goed in is, en ze doen het goed', dat ze dan kunnen exporteren naar landen die het minder goed doen. "Dat is globalisering, zo werkt de wereld."
Volgens Paul levert zijn teelt in Kenia met minder gebruik van bronnen meer kruiden op dan in Nederlandse kassen waar verwarming en belichting nodig zijn voor volgens hem slechts een deel van zijn oogst.
Kadir laat echter ook een keerzijde zien van het systeem. In de Keniaanse buitenteelt is het lastiger om het klimaat te controleren en daarmee groenten te telen die precies aan de Europese specificaties voldoen. Wil je een grote paprika of een kleinere, misschien wel net wat minder mooi gevormde? Pijnpunten in de teelt in Sub-Sahara-Afrika zijn verliezen tijdens teelt, opslag en transport.
In twee eerdere afleveringen nam Kadir een kijkje in de VS en China. Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten zijn nog aan de beurt in de tv-serie. Bekijk hier de hele aflevering over Kenia.