Het is een onmiskenbare trend: de vraag om gezonde en duurzame voeding, vaak gebaseerd op een persoonlijk advies. Foodservicebedrijf Albron probeert optimaal in te spelen op die trend, maar is afhankelijk van de artikeldata die leveranciers verstrekken. De kwaliteit daarvan laat nog veel te wensen over. Joni Beintema van Albron roept leveranciers op om de datakwaliteit te verbeteren. “Wij zijn van elkaar afhankelijk. Alleen als we samen optrekken, kunnen we relevante spelers blijven”, zegt hij in en interview met GS1 Nederland.
Albron is één van de grootste foodservicebedrijven in Nederland. Het bedrijf verstrekt maaltijden op meer dan 800 locaties. Dat zijn niet alleen bedrijfsrestaurants, maar ook zorginstellingen, horecagelegenheden, dagattracties en evenementen zoals de TT Assen. “Een belangrijk verschil met horeca is dat onze gasten in bedrijfsrestaurants vaak bij ons eten. Dan worden andere aspecten belangrijk, zoals de vraag of de voeding gezond en duurzaam is. Wij gaan onze gasten niet opvoeden, maar kunnen hen wel verleiden tot betere keuzes”, vertelt Joni Beintema, foodconsultant bij Albron.
Gepersonaliseerde voeding
Het belang van goede artikeldata wordt alleen maar groter. Beintema wijst op de ontwikkeling in gepersonaliseerde voeding. In ziekenhuizen bestaat steeds meer vraag naar voeding die op de behoefte van de patiënt is afgestemd. “Niet alleen tijdens en na het ziekbed om het herstel te versnellen, maar ook voorafgaand aan de opname om beter voorbereid een operatie in te gaan. De verplichte etiketinformatie die nu in GS1 Data Source staat, is daarvoor soms ontoereikend. Die zegt niets over bijvoorbeeld een voedingsstof als kalium.”
Communicatie met gasten
Om gasten te kunnen vertellen hoe gezond of duurzaam een maaltijd is, zijn goede artikeldata van essentieel belang. “Als bedrijfscateraar hebben wij natuurlijk uitgebreid contact met onze opdrachtgevers, maar wij merken dat de communicatie met onze gasten steeds belangrijker wordt. Dat lukt alleen met juiste en correcte informatie over onder meer ingrediënten, voedingswaarde en herkomst. Maar de kwaliteit van die artikeldata laat helaas vaak nog te wensen over. Zowel grote als kleine producenten kunnen zich met betrouwbare data daadwerkelijk onderscheiden”, stelt Beintema.
Albron heeft een afnemersaccount bij GS1 Data Source, maar de meeste artikeldata komt binnen van Sligro, meestal via GS1. “Wij hebben daarnaast nog een paar kleine leveranciers, die op andere wijze data aanleveren. Soms gaat het om hetzelfde product als dat van Sligro, alleen dan in een kleinverpakking. In dat geval baseren we ons meestal op de informatie van Sligro”, verklaart Beintema.
Mensenwerk
Beintema constateert dat de allergeneninformatie niet altijd juist is. Het risico bestaat dat consumenten daardoor onjuist worden geïnformeerd met alle gevolgen van dien. “Ook in de informatie over de voedingswaarde staan vaak fouten. Die informatie is juist essentieel om patiënten, maar eigenlijk iedereen die hier gebaat bij is, te voorzien van een persoonlijk voedingsadvies.
Tot incidenten leidt de gebrekkige datakwaliteit vooralsnog niet of nauwelijks. Dat komt omdat naast Sligro ook Albron een eigen kwaliteitsafdeling heeft die alle data zorgvuldig controleert. “Maar dat blijft mensenwerk. Hoogstwaarschijnlijk slagen we er ondanks een zeer zorgvuldige aanpak, niet altijd in om alle fouten eruit te halen”, aldus Beintema, die leveranciers oproept om hun verantwoordelijkheid op het gebied van datakwaliteit op te pakken.
Betrouwbaarheid en transparantie
Wat verwacht Albron van de toekomst? “Dat communicatie met gasten steeds belangrijker wordt. Onze gasten willen geholpen worden bij hun keuze. Daarbij moeten zij kunnen vertrouwen op juiste, uitgebreide en passende communicatie”, stelt Beintema. Ook op het gebied van duurzaamheid wordt uitgebreide en passende informatievoorziening steeds belangrijker. Als het gaat over de duurzaamheid van voeding, moet Albron nu vaak vertrouwen op keurmerken. “Over CO2-footprint van voeding en de transitie naar meer plantaardige eiwitten wordt veel gesproken en de verwachtingen zijn hoog, terwijl de onderliggende artikeldata nog niet geheel beschikbaar is. Hierin moeten wij samen met de keten optrekken om het gehele proces onder de loep te leggen”, aldus Beintema.
Wat moet de sector nu doen? “Allereerst ervoor zorgen dat de bestaande artikeldata correct in GS1 Data Source staan. In de toekomst is het zaak om die data stap voor stap te verrijken. Wij verwachten van leveranciers dat zij net als wij betrouwbaarheid, transparantie en continue verbetering hoog in het vaandel hebben staan. Wij zijn van elkaar afhankelijk. Alleen als we samen optrekken, kunnen we relevante spelers voor elkaar en voor onze klanten blijven, nu en in de toekomst.”
Bron GS1